
Nederlands |
103
Bosch Power Tools
1 609 929 T67 | (3.7.09)
Muuroppervlaktemeting (zie afbeelding L)
De muuroppervlaktemeting dient voor het bepa-
len van de som van een aantal oppervlakten met
een gemeenschappelijke hoogte.
In het afgebeelde voorbeeld moet de totale op-
pervlakte worden bepaald van een aantal muren
met dezelfde hoogte
A
, maar van verschillende
lengte
B
.
Druk voor muuroppervlaktemetingen zo vaak op
de functiewisseltoets
3
tot in het display de indi-
catie voor muuroppervlaktemeting
verschijnt.
Meet net als bij een lengtemeting de hoogte
A
van de ruimte. De meetwaarde (
„cst”
) wordt in
de bovenste meetwaarderegel
a
weergegeven.
De laser blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte
B
1
van de eerste muur. De opper-
vlakte wordt automatisch be-
rekend en in de resultaatregel
c
weergegeven. De lengte-
meetwaarde staat in de mid-
delste meetwaarderegel
a
. De
laser blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte
B
2
van de tweede muur. De in de
middelste meetwaarderegel
a
weergegeven afzonderlijke
meetwaarde wordt bij de
lengte
B
1
opgeteld. Het totaal
van de beide lengten (
„sum”
,
weergegeven in de onderste meetwaarderegel
a
)
wordt met de opgeslagen hoogte
A
vermenigvul-
digd. De totale oppervlaktewaarde wordt in de
resultaatregel
c
weergegeven.
U kunt een willekeurig aantal lengten
B
X
meten.
Deze worden opgeteld en met de hoogte
A
ver-
menigvuldigd.
Voorwaarde voor een correcte oppervlaktebere-
kening is dat de eerste gemeten lengte (in het
voorbeeld de hoogte van de ruimte
A
) voor alle
deeloppervlakten identiek is.
Voor een nieuwe muuroppervlaktemeting met
nieuwe ruimtehoogte
A
drukt u driemaal op de
toets
16
.
Afsteekfunctie (zie afbeelding M)
De afsteekfunctie dient voor het uitzetten van
een vast lijnstuk (afsteekwaarde) dat gemeten
of ingevoerd kan worden. Deze functie is bij-
voorbeeld nuttig bij het markeren van afstanden
voor tussenmuren in de droge bouw.
Druk voor de afsteekfunctie zo vaak op de func-
tiewisseltoets
3
tot in het display de indicatie
voor de afsteekfunctie verschijnt.
De afsteekwaarde kan als volgt worden ingesteld:
– Als u een bekende waarde wilt invoeren,
drukt u zo lang op de plustoets
6
of de min-
toets
12
tot de gewenste waarde in de bo-
venste meetwaarderegel
a
wordt weergege-
ven. Als u de plustoets
6
of de mintoets
12
lang indrukt, lopen de waarden continu ver-
der. De laser wordt nog niet ingeschakeld.
– Als u de afsteekwaarde wilt meten, drukt u
de meettoets
7
eenmaal kort in om te richten
en nogmaals kort om te meten. Daarna blijft
de laserstraal ingeschakeld.
– De gemeten of ingevoerde afsteekwaarde
kan door het indrukken van de plustoets
6
of
de mintoets
12
gecorrigeerd worden.
Druk na het vastleggen van de afsteekwaarde
de meettoets
7
lang in om met het meten te be-
ginnen.
Beweeg vervolgens het meetgereedschap voor
het afsteken in de gewenste richting. In de resul-
taatregel
c
wordt voortdurend de actuele meet-
waarde van het totale meettraject weergegeven.
In de bovenste meetwaarderegel
a
staat nog
steeds de gekozen afsteekwaarde.
In de middelste en onderste meetwaarderegel
a
staan de factor (
„x”
), hoeveel keer de af-
steekwaarde in het totale meettraject aanwezig
is, en het verschil (
„dif”
) tussen een veelvoud
van de afsteekwaarde als geheel getal en het to-
tale traject.
Als het totale meettraject iets geringer is dan
een veelvoud als geheel getal, wordt een nega-
tieve verschilwaarde en het volgende hogere
veelvoud van de afsteekwaarde weergegeven.
Beweeg het meetgereedschap zo lang tot in de
middelste meetwaarderegel
a
het gewenste
veelvoud van de afsteekwaarde staat en de ver-
schilwaarde in de onderste meetwaarderegel
a
„0,0 m” bedraagt. Breng vervolgens het referen-
tiepunt van de meting over.