47
nl
Vóór de montage
Voorbereiding van de wand
q
De wand moet vlak en verticaal zijn.
q
Zorg voor een stevige bevestiging van de plug-
gen.
Gewicht in kg: 20,0.
Constructiewijzigingen in het kader van de tech-
nische vooruitgang voorbehouden.
Elektrische aansluiting
De afzuigkap
mag uitsluitend worden aangesloten
op een volgens de voorschriften geaard stopcontact.
Installeer het geaarde stopcontact zo mogelijk op
een toegankelijke plaats in de buurt van de afzuig-
kap.
q
Het geaarde stopcontact moet via een onafhan-
kelijk elektrisch circuit zijn aangesloten.
q
Als het geaarde stopcontact na de montage
van de afzuigkap niet meer toegankelijk is,
moet een scheidingsinrichting zoals in de vaste
aansluiting beschikbaar zijn.
Wanneer een vaste aansluiting vereist is:
De afzuigkap mag uitsluitend worden aangesloten
door een elektromonteur die erkend is door het be-
voegde energiebedrijf.
In de installatie in de woning moet een scheidings-
inrichting aanwezig zijn. De schakelaars met een
opening tussen de contacten van meer dan 3 mm
en een opening op alle polen zijn installatievoorzie-
ningen. Hieronder vallen de automatische schake-
laars en de relais.
Bij beschadiging van de voedingskabel van dit
apparaat moet deze door de fabrikant, de klanten-
service of een gespecialiseerd persoon worden
vervangen om gevaar te voorkomen.
Elektrische gegevens:
Deze bevinden zich op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van het apparaat – hiervoor moet het meta-
len vetfilter worden verwijderd.
In geval van reparaties
moet altijd de stroom-
toevoer van het apparaat worden afgesloten.
Lengte van de voedingskabel: 1,30 m.
Deze afzuigkap voldoet aan de EEG-voorschriften
voor de afscherming tegen radiostoringen.
q
Ronde buizen:
We bevelen een binnendiameter van
150 mm
aan, en in elk geval minimaal 120 mm.
q
De
kanalen met een vierkante doorsnede
moeten een interne dwarsdoorsnede hebben
die gelijk is aan die van de ronde buizen.
Ze mogen geen grote afwijkingen vertonen.
ø 120 mm ca. 113 cm2
ø 150 mm ca. 177 cm2
q
Bij andere buisdiameters:
dichtingsstrippen
gebruiken.
q
Tijdens de werking met luchtafvoer
moet
voor voldoende luchtaanvoer worden gezorgd.
Aansluiten van de afvoerbuis Ø 150:
q
Bevestig de buis rechtstreeks op de luchtuitlaat
van de behuizing van de afzuigkap.
Aansluiten van de afvoerbuis Ø 120:
q
Plaats de verloopflens
rechtstreeks op de lucht-
uitlaat van de behuizing
van de afzuigkap.
q
Bevestig de buis recht-
streeks op de verloop-
flens.
Filteraansluiting
q
Met actief koolstoffilter, als er
geen enkele andere mogelijkheid
is voor de werking met luchtaf-
voer.
De complete montageset en de
vervangingsfilters zijn verkrijgbaar
bij gespecialiseerde leveran-
ciers
. U vindt de nummers van
de accessoires aan het einde van
deze gebruiksaanwijzing.