54
Wat te doen als...
... het apparaat niet werkt ...
... het signaallampje
regelmatig oplicht ...
... het apparaat niet werkt
en het
w a a r s c h u w i n g s l a m p j e
brandt ...
... het apparaat niet
voldoende koelt ...
❏
Controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit.
❏
Controleer of de functie-keuzeschakelaar niet in
de stand "Buiten bedrijf"
staat.
❏
Controleer of de stroom is uitgevallen of dat een
zekering is doorgeslagen.
❏
Thermostaat op een lagere temperatuur zetten,
d.w.z. naar rechts draaien.
❏
Het apparaat op een vlakke ondergrond zetten.
Indien het lampje blijft branden, het interne
waterreservoir van het apparaat leeg laten lopen.
(Zie aanwijzingen bij klimaatregeling).
❏
Controleer of de knop om het condensatiewater
te laten weglopen in de juiste stand staat.
❏
Controleer of de luchtafvoerslang op de juiste
manier is aangesloten.
❏
Controleer of de luchtafvoerslang geen te kleine
radius van de bochten heeft en niet langer is dan
140 cm.
❏
Controleer of de knop van de
condensatiewateraansluiting in de stand
"Klimatiseren" staat.
❏
De zuignap zodanig bevestigen dat het raam
maar heel weinig geopend moet worden.
❏
Jaloezieën en rolluiken sluiten om het
binnenkomende zonlicht te dempen.
Overwegingen waardoor u de
kosten van de Servicedienst kunt
besparen