Installatie
1
De aansluiting van ATG naar ATG wordt gemaakt met
een platte kabel (ATE2 na ATE1) en een 2‑pins kabel
(SUA1/2 na SUA1/2).
2
Potentiaalvereffening.
Een aardaansluiting is vereist en deze moet zijn
aangesloten op de metalen onderdelen van de
behuizing.
3
Bij gebruik van afgeschermde kabels moet de
aardebedrading zijn aangesloten op de PE-pin van de
eerste ATG 420 LSNi (aan de linkerkant van de
behuizing). Sluit aardebedradingen niet aan zoals bij
punt 2).
4
De draden aLSN en bLSN van kabel 1 (C1) moeten
worden aangesloten op de pinnen aLSN1 en bLSN1
van de eerste ATG 420 LSNi (aan de linkerkant van de
behuizing).
De draden aLSN en bLSN van kabel 2 (C2) moeten
worden aangesloten op de pinnen aLSN2 en bLSN2
van de laatst beschikbare ATG 420 LSNi in de
behuizing.
1
ATG 420 LSNi
Installatie | nl
33
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
2015.12 | 4.0 | F.01U.301.475