54
| Nederlands
1 609 92A 3LC | (4.10.16)
Bosch Power Tools
Montage
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Extra handgreep (zie afbeelding A)
Gebruik uw elektrisch gereedschap alleen met de extra
handgreep 9.
Zorg er vóór alle werkzaamheden voor dat de vleugel-
schroef 21/18 stevig vastgedraaid is.
Het verlies van de
controle kan tot verwondingen leiden.
U kunt de extra handgreep
9
in 4 verschillende posities mon-
teren om een veilige werkhouding te bereiken waarbij u niet
snel vermoeid raakt.
Draai de vleugelschroef
21/18
tegen de klok in (naar links) en
zet de extra handgreep
9
in de gewenste positie boven de
boorhouder op de ashals van het elektrische gereedschap.
Draai de vleugelschroef
21/18
met de klok mee (naar rechts)
weer vast.
Boordiepte instellen (zie afbeelding B)
Met de diepteaanslag
23
kan de gewenste boordiepte
X
wor-
den vastgelegd.
Druk op de toets voor de instelling van de diepteaanslag
22
en
zet de diepteaanslag in de extra handgreep
9
.
De ribbels op de diepteaanslag
23
moeten naar onderen wij-
zen.
Trek de diepteaanslag zo ver naar buiten dat de afstand tus-
sen de punt van de boor en de punt van de diepteaanslag
overeenkomt met de gewenste boordiepte
X
.
Drill Assistant
Drill Assistant aanbrengen (zie afbeeldingen C–D)
De Drill Assistant
10
kan met en zonder stofopvangvoorzie-
ning
13
gebruikt worden. Het gebruik van de stofopvangvoor-
ziening
13
is beperkt tot boren met een diameter van 12 mm
en een lengte van 120 mm.
Steek de stofopvangvoorziening
13
op de opname
26
.
Druk op de ontgrendelingstoets
8
om de Drill Assistant
10
uit
zijn parkeerstand los te maken.
Leid de Drill Assistant
10
over de boorhouder op de ashals
van het elektrische gereedschap.
Draai voor vergrendeling de vleugelschroef
18
met de klok
mee (naar rechts) vast.
Boordiepte instellen (zie afbeeldingen E–F)
Monteer de boor (zie hoofdstuk „Inzetgereedschap wisse-
len”).
Met de instelring
17
kan de gewenste boordiepte
X
vastge-
legd worden.
Draai de instelring
17
voor ontgrendeling naar links
. Leg
het stofreservoir
11
of de opname
26
vlak tegen de muur of
het werkstuk. Ga met de punt van de boor naar de muur of het
werkstuk.
Schuif de instelring
17
zover naar achter tot de afstand met
de gewenste boordiepte
X
overeenkomt of leg een plug op de
geleider en schuif de instelring
17
naar achter naar de plug.
Draai de instelring
17
voor vergrendeling naar rechts
. Pak
de plug weer uit de geleider. De boordiepte komt nu overeen
met de ingestelde lengte
X
op de geleider.
Opmerking:
Bij het gebruik van pluggen is de exacte boor-
diepte belangrijk. Als het geboorde gat te diep is, dan glijdt de
plug te ver in de muur of het werkstuk. Als het gat te klein is,
steekt de plug uit.
Stofreservoir leegmaken (zie afbeelding G)
Het stofreservoir
11
is voldoende voor ongeveer 25 boorga-
ten in metselwerk bij een boordiepte van 30 mm met een
boordiameter van 6 mm.
– Voor het wegnemen van het stofreservoir
11
drukt u op de
ontgrendelingstoetsen
12
aan de zijkant en trekt u het
stofreservoir er naar onder toe af.
– Maak het stofreservoir
11
leeg en breng het weer aan (met
hoorbaar vastklikken).
Drill Assistant demonteren
– Houd de klem
16
van de stofopvangvoorziening
13
inge-
drukt en trek de stofopvangvoorziening
13
er naar voren
toe af.
– Draai de vleugelschroef
18
tegen de klok in (naar links) tot
de extra handgreep
9
verschoven kan worden en trek de
extra handgreep
9
van het elektrische gereedschap af.
– Draai de instelring
17
voor ontgrendeling naar links
.
– Houd de extra handgreep
9
vast en schuif de geleider in de
richting van de extra handgreep tot deze hoorbaar vast-
klikt.
Stofafzuiging/stofreservoir
Stof van materialen zoals loodhoudende verf, enkele hout-
soorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de
gezondheid zijn. Aanraking of inademing van stof kan lei-
den tot allergische reacties en/of ziekten van de ademwe-
gen van de gebruiker of personen die zich in de omgeving
bevinden.
Bepaalde soorten stof, bijvoorbeeld van eiken- en beuken-
hout, gelden als kankerverwekkend, in het bijzonder in
combinatie met toevoegingsstoffen voor houtbehandeling
(chromaat en houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door bepaalde vakmensen wor-
den bewerkt.
– Gebruik een voor het materiaal geschikte stofafzuiging.
– Zorg voor een goede ventilatie van de werkplek.
– Er wordt geadviseerd om een ademmasker met filter-
klasse P2 te dragen.
Neem de in uw land geldende voorschriften voor de te be-
werken materialen in acht.
Voorkom ophoping van stof op de werkplek.
Stof kan
gemakkelijk ontbranden.
Gebruik het stofreservoir alleen bij de bewerking van
beton en steen.
Hout- en kunststofspanen kunnen gemak-
kelijk tot verstopppingen leiden.
Let op brandgevaar! Bewerk met gemonteerd stofre-
servoir geen metalen materialen.
Hete metaalspanen
kunnen delen van het stofreservoir doen ontbranden.
OBJ_BUCH-2877-003.book Page 54 Tuesday, October 4, 2016 4:02 PM