13
NL
Voor de juiste ventilatie volgt u de
aanwijzingen in de afbeelding.
1. Plaats het apparaat in de nis en zorg
ervoor dat het tegen het interne
oppervlak van de eenheid aan staat
aan de kant waar de deurscharnieren
van het apparaat worden geplaatst.
Plaats het apparaat totdat de
bovenstrip tegen de eenheid (1)
grenst en zorg ervoor dat het onderste
scharnier in lijn is met het oppervlak
van de eenheid (2).
- 89/336 EEC van 3.5.89 (Richtlijn
betreffende elektromagnietische
compatibiliteit) en daaropvolgende
aanpassingen.
Let op!
Het moet mogelijk zijn het apparaat van
de hoofdstroomtoevoer af te halen; de
stekker moet daarom na installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Inbouw
Afmetingen van de uitsparing
Hoogte van de behuizing (1)
880
1225 mm
Diepte van de behuizing (2)
550
550 mm
Breedte van de behuizing (3)
560
560 mm
A Il est De nis moet voorzien worden van
een ventilatieleiding met de volgende
afmetingen:
Diepte
50 mm
Breedte
540 mm