11
NL
Gebruik
Zet de ventilator op een vlak en droog oppervlak.
Doe de stekker in het stopcontact.
Zet de ventilator aan met de ON/OFF-knop op de afstandsbediening of de aan-uitknop
op de ventilator. Zet de ventilator uit met de ON/OFF-knop op de afstandsbediening of de
aan-uitknop op de ventilator.
Om de snelheid van de ventilator te regelen, drukt u meerdere malen op de knop SPEED op
de afstandsbediening of op de knop voor aan/uit/snelheid op de ventilator. U kunt kiezen
uit natuurlijke ventilatie en een lage, gemiddelde of hoge snelheid. De gekozen snelheid
wordt aangeduid door een lampje op de ventilator.
Draaien
Druk op de knop OSC op de afstandsbediening of op de knop de ventilator om de
heen-en-weerbeweging van de ventilator te starten en stoppen.
Timer
Druk op de knop TIMER op de afstandsbediening of op de knop op de ventilator om een
van de volgende timerinstellingen te kiezen: 0,5u,1u, 2u, 4u tot 7,5u. De ingestelde tijd wordt
aangeduid door een lampje op de ventilator.
Natuurlijke ventilatie en slaapventilatie
Instelling 1: Druk eenmaal op de knop MODE op de afstandsbediening. De ventilator gaat
langzamer draaien (natuurlijke ventilatie). Het bijbehorende lampje op de ventilator gaat
branden.
Instelling 2: Druk nogmaals op de knop MODE op de afstandsbediening. De ventilator gaat
langzamer draaien (slaapventilatie). Het bijbehorende lampje op de ventilator gaat branden.
Instelling 3: Druk voor de derde keer op de knop MODE om de natuurlijke ventilatie en slaap-
ventilatie uit te zetten.
Kantelen (afb. 7)
Kantel de bovenkant van de ventilator omhoog of omlaag om de luchtstroom te richten. Zet
altijd eerst de ventilator uit en wacht tot de schoepen stilstaan voordat u dit doet.
Hoogte instellen (afb. 8)
Druk op de hoogteverstelknop op de standaard om de ventilator omhoog te bewegen. Als
u de ventilator omlaag wilt bewegen, duwt u met uw hand op de motorbehuizing totdat de
veer vastklikt.