76
Reiniging en onderhoud
■ Reinigingswerkzaamheden mogen alleen bij volledig afgekoeld
apparaat worden uitgevoerd.
■ Voor aanvang van het reinigingsproces moet het apparaat van het
stroomnet worden gescheiden.
■ Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik.
■ Schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen beschadigen het
apparaatoppervlak. Reinig het apparaat alleen met water en wat
afwasmiddel.
■ Neem de pandrager eraf.
■ Reinig de pandrager en de bedieningselementen met een vochtige doek, afwasmiddel
en warm water. Laat sterke verontreinigingen eerst inweken.
■ Droog alles met een schone, zachte doek.
Schuurmiddelen
Verdunner/benzeen
Zure/alkalische
reinigingsmiddelen
Pandragers en bedieningselementen
Metaalborstel
■ Veeg de kookplaat regelmatig af met een zachte doek, die is gedrenkt in warm water en
wat afwasmiddel.
■ Droog de kookplaat na de reiniging grondig af.
■ Verwijder zoute levensmiddelen of vloeistoffen zo snel mogelijk grondig van de
kookplaat, om het gevaar van corrosie te vermijden.
■ Roestvast stalen delen van het apparaat kunnen met de tijd verkleuren. Dit is op grond
van de hoge temperaturen normaal. Na elk gebruik van het apparaat moeten deze
delen met een voor roestvast staal geschikt product worden gereinigd.
Aanbevolen
Niet aanbevolen
Neutraal reinigingsmiddel
Zachte doek
Nylonborstel
Voedingsolie
Kookveld