69
DETECTIEMETHODEN
OPERATIEMODI
• Wanneer de beetmelder ingeschakeld wordt voor gebruik – Het is aan te bevelen dat de hengel
eerst opgebouwd en in positie gebracht wordt, voordat de beetmelder ingeschakeld wordt.
• De beetmelder heeft drie detectiemethoden:
1. DYNAMISCH: Deze detectivemethode combineert de bewegingen van de hengel onder
een bepaalde hoek en vibraties. De beetmelder zal biepjes afgeven en de LEDs gaan
branden wanneer de hoek waarin de hengel opgesteld staat verandert (hoge toon
voorwaarts, lage toon achteruit) en wanneer er een signifi cante vibratie voelbaar is.
2. HOEK: Deze detectiemethode wordt getriggerd wanneer de totale voorwaartse hengel-
beweging resulteert in een kritische hoek. De beetmelder geeft doorlopend biepjes af en
de LEDs gaan branden.
3. TERUGSPRINGEN: Deze detectiemethode wordt getriggerd wanneer de totale
achterwaartse beweging van de hengel gereduceerd wordt tot een kritische hoek. De
beetmelder geeft doorlopend biepjes af met een lage toon en de LEDs gaan branden.
• De beetmelder heeft twee operatiemodi – ‘Oevermodus’ en ‘Bootmodus’.
• Wanneer de beetmelder aan staat, dan kun je switchen tussen de
‘oevermodus’ en ‘bootmodus’ door de gevoeligheidsknop gedurende 2
seconden in te drukken.
OEVERMODUS:
• De ‘oevermodus’ is optimaal wanneer de beetmelder gebruikt wordt bij het vissen vanaf de
oever – Alle detectiemethoden van de beetmelder worden geactiveerd.
• De ‘oevermodus’ heeft 8 gevoeligheidsinstellingen, deze kunnen doorlopen worden door
telkens een keer op de gevoeligheidsknop te drukken.
• Wanneer de ‘oevermodus’ geactiveerd wordt, dan gaan de LEDs kort branden in blauw, groen
en rood, vervolgens branden ze in rood gedurende 3 seconden. Hiermee wordt aangegeven
dat de ‘oevermodus’ geactiveerd is.
• De hengel dient opgebouwd en stevig gepositioneerd te zijn voordat de beetmelder inge-
schakeld wordt
BOOTMODUS:
• De ‘bootmodus’ is geoptimaliseerd voor wanneer de beetmelder gebruikt wordt op een boot
of andere drijvende vaartuigen – Verminderde gevoeligheid, het kantelalarm is gedeacti-
veerd en speciale terugspringinstellingen.
• De ‘bootmodus’ heeft 4 gevoeligheidsinstellingen die doorlopen kunnen worden door telkens
een keer op de gevoeligheidsknop te drukken.
• Wanneer de ‘bootmodus’ geactiveerd wordt gaan de LEDs branden in rood, groen en blauw,
vervolgens blijven ze gedurende 3 seconden branden in blauw, dit om aan te geven dat de
bootmodus geactiveerd is.
• Breng de hengel eerst op spanning op de hengelsteun en schakel vervolgens de beetmelder
aan in de bootmodus. Het is belangrijk dat de sportvisser de hengel secuur weglegt op de
hengelsteun, zodat de positie gefi xeerd is en er gevist kan worden zoals de bedoeling is.
• De hengel dient eerst stabiel gepositioneerd te worden voordat de beetmelder ingeschakeld
kan worden.
Terugspringalarm -Wanneer de datum/0° ingesteld is door de beetmelder in te schakelen, dan
klinkt er een permanent geluid wanneer de hengel beweegt/achteruit draait over 15° of meer,
ongeacht hoe snel dit gebeurt of hoe lang dit duurt.
VOLUME/TOON/GEVOELIGHEID:
• 8 instellingen (4 gevoeligheidsinstellingen in ‘Bootmodus’) – De instellin-
gen kunnen doorlopen worden door een keer op elke knop te drukken.
• Elk level qua instelling wordt weergegeven door hetzelfde aantal biepjes
wanneer deze geselecteerd wordt.
Notitie: De beetmelder slaat automatisch de instellingen op – De beetmelder slaat automatisch de
laatste instellingen op, ongeacht of dat de beetmelder uitgeschakeld wordt en de batterijen ver-
wijderd worden. De beetmelder start weer met de instellingen die het laatst geactiveerd waren.
Summary of Contents for 6830001
Page 1: ......
Page 56: ...111 NOTES...
