28
NEDERLANDS
Elektrische veiligheid
X
Als het netsnoer is beschadigd, moet dit worden
vervangen door de fabrikant of een Black & Decker-
servicecentrum om gevaren te voorkomen.
Waarschuwing!
Probeer nooit om de oplaadeenheid door
een normale netstekker te vervangen.
Onderdelen
Het apparaat kan de volgende onderdelen bevatten:
1. LED-lampje voor AREA
2. Zware koperen klemmen
3. Aan-uitschakelaar van het LED-lampje voor AREA
4. Indicator voor omgekeerde polariteit
5. Accukabels
6. Wisselstroomlader
7. Aan-uitschakelaar
8. Draaggreep
9. Knop voor accustatus
10. LED-lampjes voor accustatus
11. Aansluiting voor lader (12 V gelijkstroom)
12. Klemhouders
GEBRUIK
Het apparaat opladen (fig. A)
Bij aanschaf is het apparaat gedeeltelijk opgeladen.
X
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gaat
gebruiken, moet u het eerst 48 uur opladen met
de wisselstroomlader (6).
U moet de loodzuurbatterijen regelmatig controleren om er
zeker van te zijn dat de batterijen goed worden opgeladen
en lang meegaan. Alle batterijen verliezen stroom door
zelfontlading. Bij hoge temperaturen gebeurt dit nog sneller.
Laad wanneer u het apparaat niet gebruikt, de batterij
minstens elke 60 dagen op.
X
Controleer het accuniveau door op de accustatusknop
(9) te drukken. Het LED-lampje van de laadstatus (10)
geeft aan hoeveel de batterij is opgeladen. Als er
slechts één rood LED-lampje brandt, moet u het
apparaat opladen.
Opmerking:
De batterij gaat langer mee als u deze na
gebruik weer oplaadt. De levensduur van de batterij wordt
bekort als u deze te veel uitput of de batterij te lang oplaadt.
De accu kan met gebruik van de netadapter worden
opgeladen (6).
Het apparaat met de wisselstroomlader opladen (fig. C)
Als de eenheid wordt opgeladen, moeten de aan-
uitschakelaar (7) en het LED-lampje voor AREA (1) zijn
uitgeschakeld.
X
Plaats de stekker van de lader (6) in de aansluiting voor
de lader (11).
X
Steek de stekker van de lader (6) in het stopcontact.
Tijdens het opladen gaan de rode LED-lampjes één voor
één branden.
X
Laad het apparaat op totdat het groene lampje brandt/
knippert.
X
Laad het apparaat dan nog een of twee uur op.
Opmerking:
De netadapter mag niet langer dan 60 uur
aangesloten zijn.
X
Als het laden is voltooid, haalt u de stekker van de
lader (6) uit het stopcontact.
X
Haal de stekker uit de aansluiting voor de lader (11)
en berg deze veilig op.
Het apparaat als een accubooster gebruiken (fig. A en B)
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat het voertuig in neutraal
staat met aangetrokken handrem.
Opmerking:
Indien het apparaat verkeerd is aangesloten
is een voortdurend geluidsignaal hoorbaar en gaat de rode
ompoolindicator (4) branden; ook wanneer de aan- en
uitschakelaar (7) op OFF staat. De aansluitingen dienen
onmiddellijk te worden hersteld.
Storingsvrije scheidingstransformator.
De netspanning is elektrisch van de
transformatoruitgang gescheiden.
De lader wordt automatisch uitgeschakeld als de
omgevingstemperatuur te ver oploopt. Hierdoor zal
de lader onbruikbaar worden. Neem de lader in dat
geval uit het stopcontact en laat deze door een
erkend servicecentrum repareren.
Lees de gehele gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Dit apparaat is alleen bestemd voor gebruik
binnenshuis.
De lader is dubbel geïsoleerd, zodat een
aardaansluiting niet noodzakelijk is. Controleer
altijd of de netspanning overeenkomt met de
waarde op het typeplaatje.
130
o
C