KUNSTMATIGE OPTISCHE STRALING: Volgens de voorschriften in Richtlijn
2006/25/EG en EN 12198 norm, is de apparatuur ingedeeld in categorie 2,
die verplicht om goedgekeurde Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)
te gebruiken met een beschermingsgraad tot maximaal 15, zoals vereist door
EN169 norm.
DAMPEN EN GASSEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN: Lassen produceert
dampen en gassen die gevaarlijk voor de gezondheid kunnen zijn. Voorkom
inademing van dampen of gassen. Om deze gevaren te voorkomen moet
er voldoende ventilatie of een afzuigsysteem zijn om dampen en gassen
bij de lasser vandaan te houden.
BOOGSTRALING KAN VERBRANDING VEROORZAKEN: Gebruik een
lasscherm met de juiste lasglazen om de ogen te beschermen tegen straling
en spatten. Draag geschikte kleding van een vlamvertragend materiaal om
de huid te beschermen. Bescherm anderen in de omgeving door afscherming
van de lasboog en zeg dat men niet in de lasboog moet kijken.
LASSPATTEN KUNNEN BRAND OF EXPLOSIES VEROORZAKEN:
Verwijder brandbare stoffen uit de omgeving en houd een geschikte
brandblusser paraat. Lasspatten en hete materialen uit het lasproces kunnen
gemakkelijk door kleine scheuren en openingen doordringen in naastliggende
ruimtes. Pas aan tanks, vaten, containers of materiaal lassen als er passende
maatregelen zijn genomen die ervoor zorgen dat er geen brandbare of giftige
dampen aanwezig zijn. Deze apparatuur nooit gebruiken als er brandbare
gassen, dampen of brandbare vloeistoffen aanwezig zijn.
AAN GELASTE MATERIALEN KUNT U ZICH BRANDEN: Lassen genereert
veel warmte. Aan hete oppervlakken en materialen in de werkomgeving kunt
u zich lelijk branden. Gebruik handschoenen en tangen om werkstukken
en materialen in de werkomgeving vast te pakken of te verplaatsen.
VEILIGHEIDSMARKERING: Deze machine is geschikt voor gebruik
als voedingsbron voor lasstroom in omgevingen met een verhoogd risico
en kans op elektrische aanraking.
GASFLESSEN KUNNEN EXPLODEREN BIJ BESCHADIGING: Gebruik
alleen gasflessen die het juiste beschermgas voor uw lasproces bevatten
en gebruik bijbehorende reduceerventielen. Houd gasflessen altijd verticaal
en zet ze vast op een onderstel of een andere daarvoor geschikte plaats.
Verplaats of transporteer geen flessen zonder kraanbeschermdop. Voorkom
dat elektrode, elektrodehouder of andere elektrisch hete delen in aanraking
komen met de fles. Plaats flessen zodanig dat geen kans bestaat op
omverrijden of blootstelling aan andere materiële beschadiging en een
veilige afstand tot las- of snijwerkzaamheden en andere warmtebronnen,
vonken of spatten gewaarborgd is.
Summary of Contents for 155-ST
Page 2: ......
Page 11: ......
Page 20: ......
Page 29: ......
Page 38: ......
Page 47: ......
Page 56: ......
Page 65: ......
Page 74: ......
Page 83: ......
Page 92: ......
Page 101: ......
Page 103: ...10 Lincoln Electric Bester Sp z o o...
Page 104: ...11 CE 2006 25 EC EN 12198 2 15 EN169...
Page 105: ...12 Lincoln Electric Bester Sp z o o A IEC 61000 3 12...
Page 106: ...13 15 IP21S 40 10 20 2 8...