NL - 29
Ongelijkmatige
bereiding in de
oven.
Ovenplaten zijn niet juist geplaatst.
Controleer of de aanbevolen temperaturen en
plaatstanden worden gebruikt.
Open de deur niet vaak, tenzij u gerechten bereidt
die omgedraaid dienen te worden. Als u de deur
regelmatig opent, zal de binnentemperatuur
afnemen en dit kan het kookresultaat beïnvloeden.
Ovenverlichting
(indien aanwezig)
werkt niet.
Lampje is kapot.
Stroom is afgesloten of uitgeschakeld.
Vervang de lamp volgens de instructies.
Zorg ervoor dat de stroom op het stopcontact is
ingeschakeld.
De timerknoppen
kunnen niet juist
worden ingedrukt.
Er bevindt zich vreemd materiaal
tussen de timerknoppen.
Aanraakmodel: als er zich vocht op het
bedieningspaneel bevindt
Als de toetsvergrendelfunctie is
ingesteld
Verwijder het vreemde materiaal en probeer het
nogmaals.
Verwijder het vocht en probeer het nogmaals.
Controleer of de toetsvergrendelfunctie is
ingesteld.
De ovenventilator
(indien aanwezig)
is luidruchtig.
Ovenplaten trillen.
Controleer of de oven vlak staat.
Controleer of de platen en het kookgerei niet
tegen de achterwand van de oven trillen.
6.2. Transport
Maak gebruik van de originele productverpakking en vervoer het product in zijn originele
doos. Volg de transporttekens op de verpakking op. Plak alle onafhankelijke onderdelen
met tape op het product om te voorkomen dat ze tijdens het vervoer beschadigen.
Als u de oorspronkelijke verpakking niet hebt; bereid een doos zodanig voor dat het
apparaat, in het bijzonderde externe oppervlakten (glas en geverfde oppervlakken) van het
product, beschermd is tegen externe beschadigingen.