8
DIAMOND3
®
MX11
NL
schoon zijn
− Hou de handgrepen vrij van vet en
olie.
• Controleer de machine op eventuele
beschadigingen.
−
Voor het verdere gebruik van de
machine moeten alle veiligheids-
voorzieningen gecontroleerd wor-
den op de juiste montage en het
goed functioneren.
−
Controleer of delen van de
machine beschadigd resp. defect
zijn. Alle delen moeten juist gemon-
teerd zijn en goed functioneren
om de machine correct te laten
werken.
− Beschadigde bescherminrichtingen
en delen moeten, indien noodza-
kelijk, door een erkende reparatie-
werkplaats gerepareerd of verwis-
seld worden.
−
Beschadigde of onleesbare vei-
ligheidsstickers dienen te worden
vervangen.
• Sla de mixer op een droge, afge-
sloten plaats buiten de bereik van
kinderenop.
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
• De aansluitkabel moet volgens IEC
60245 (H 07 RN-F) zijn, met een
draad doorsnede van minstens:
3 x 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
3 x 2,5 mm² bij een lengte groter dan
25 m.
• Lange en dunne aansluitkabels zorgen
voor een spanningsverlies. De motor
bereikt zijn maximaal vermogen niet
meer, de werking van het apparaat-
wordt gereduceerd.
• Stekker en aansluitdozen aan aansluit-
leidingen moeten uit rubber, zacht PVC
of een ander thermo-plastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid
zijn of met dit materiaal zijn gecoat.
• De stekkervoorziening van de aansluit-
leiding moet tegen spatwater beveiligd
zijn.
• Let er bij het leggen van de aansluit-
kabel op dat deze niet bekneld raakt,
geknikt wordt en de steekverbinding
niet nat wordt.
• Wikkel bij gebruik van een kabel
trommel de kabel geheel af.
• Controleer de verlengkabel regelmatig
op beschadigingen en vervang hem
als hij beschadigd is.
• Gebruik geen defecte kabels.
• Gebruik geen geimproviseerde
aansluitingen.
• Veiligheidsvoorzieningen nooit over-
bruggen of buitenwerking stellen.
Elektrische aansluitingen of reparaties
mogen alleen door een erkend bedrijf of
een erkende reparatiewerkplaats uitge-
voerd worden.
Reparaties aan andere delen van de
machine mogen alleen door de fabrikant
of een door hem erkende werkplaats uitge-
voerd worden.
Alleen de originele reserveonder-
delen gebruiken. Bij het gebruik van niet
originele onderdelen kunnen risico’s voor
de gebruiker ontstaan.
MONTAGE
Garde monteren: Schroef de garde (
2
)
op de mixer spindel (
8
). Schroef de garde
vast met de spansleutels.
INGEBRUIKNAME
• Overtuigt u zich er van, dat het appa-
raat compleet en volgens voorschrift is
gemonteerd.
• Controleer voor ieder gebruik: