- 12 -
NL
Doel van de rollator
De lichtgewicht AT51112 4-wiel AT51112 is ontworpen om ondersteuning en hulp te bieden aan mensen die niet
in staat zijn of zich niet zelfverzekerd genoeg voelen om zonder ondersteuning te lopen. De rollator is ontworpen
voor gebruik binnen en buiten. Het apparaat kan worden opgevouwen voor opslag en transport. Het product is
bovendien uitgerust met een zitje en een tas.
Algemene veiligheidsinformatie
1. Het maximale gebruikersgewicht van 136 kg mag niet worden overschreden.
2. De rollator mag niet gebruikt worden op traditionele en roltrappen.
3. U mag niet proberen een rollator te duwen terwijl een persoon op de stoel zit.
4. Het zitje mag niet worden gebruikt voor het vervoer van personen of goederen.
5. Gebruik het zitje niet zonder dat de rugleuning is uitgeklapt.
6. U mag niet op het zitje zitten als de rollator op een hellend vlak staat.
7. De rollator dient alleen als ondersteuning tijdens het lopen.
8. De rollator mag alleen worden gebruikt met bepaalde accessoires en reserveonderdelen.
9. Artikelen kunnen alleen in een tas worden getransporteerd. Zware voorwerpen mogen niet aan de handgrepen
van de rollator worden opgehangen, omdat dit de stabiliteit van de rollator kan aantasten.
Algemene voorzorgsmaatregelen
l. Zorg ervoor dat de rollator uitgevouwen is voor gebruik.
2. Controleer de remmen voor gebruik.
3. Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat zijn en dat de bewegende delen in orde zijn.
4. er mag niet worden gereden terwijl u op het zitje zit. Onjuist gebruik van de rollator kan leiden tot ernstig letsel bij
de gebruiker en/of schade aan het frame of de wielen van de rollator.
5. Gebruik de rollator niet tijdens achteruit lopen.
6. Wees voorzichtig bij het oversteken van stoepranden en andere obstakels en bij het gebruik van de rollator op
hellende, ongelijke of gladde oppervlakken. Anders zou je ernstig gewond kunnen raken.
7. Bij gebruik van de rollator mogen geen aanpassingen worden gedaan.
8. Wees voorzichtig als er zware voorwerpen in de tas zit (max. gewicht 5 kg).
9. Alle wielen moeten altijd in contact zijn met de grond.
10. Vergrendel de remmen voordat u het zitje gebruikt.
11. Vergrendel de remmen bij gebruik van de rollator in een stilstaande positie.
Onderhoud
Remafstelling (zie afb. 4)
1. Aan beide zijden van de rollator bevinden zich twee remstelelementen - een voor de remhendel en de andere op
de achterste poten van het frame, achter de wielen.
2. Voor het afstellen van de remhendel, de borgmoer losdraaien (hiervoor kan het gebruik van geschikt gereedschap
nodig zijn), draaien.
3. Instelelement tegen de wijzers van de klok in om de remdruk te verhogen en vervolgens de borgmoer weer vast
te draaien (zie afb. 4).
4. Om de rem op de achterste poten van het frame te verstellen, draait u de borgmoer los (het kan nodig zijn om
hiervoor gereedschap te gebruiken), draait u het instelelement tegen de klok in om de remdruk te verhogen en
draait u vervolgens de borgmoer weer vast. Voor een juiste afstelling van het remmechanisme is een afstand van
maximaal 3-4 mm tussen de remvoering en het wiel nodig - deze elementen mogen elkaar ook niet raken.
Opmerking: Na het wijzigen van de reminstellingen moet u de remmen testen voordat u de rollator gebruikt.
Als de afstelling de remdruk niet verhoogt, mag u de rollator niet gebruiken.
beveiligingsschroef
Abf. 4
Draai de regelaar tegen de
wijzers van de klok in om de
rem aan te spannen.