61
BEDIENING
Het aanschakelen van de oven wordt aange-
geven met twee controlelampjes, een
R
en
een
L
. Het
R
controlelampje geeft aan dat
de oven werkt. Als het rode controlelampje
uitgaat, heeft de oven de ingestelde tempera-
tuur bereikt. Als het recept aangeeft dat het
gerecht in een voorverwarmde oven geplaatst
moet worden, dan mag u dit pas doen als het
L
controlelampje voor de eerste maal uitgaat.
Tijdens de bereiding zal het
L
lampje af en
toe aan- en uitgaan (de temperatuur in de
oven wordt op peil gehouden). Het
R
contro-
lelampje kan ook branden als u de draaiknop
in stand “Verlichting van de oven” plaatst.
Verwarmingselement onderaan en
bovenaan aangeschakeld
Door de draaiknop in deze stand te
plaatsen wordt de oven op conven-
tionele wijze verwarmd. Ideaal om
taarten, vlees, vis, brood, pizza (vo-
orverwarmen en gebruik van donkere
bakplaten vereist) te bakken en om op
één niveau te bakken.
Ventilator en verwarmingselement
onderaan en bovenaan aange-
schakeld
Bij deze stand van de draaiknop voert
de oven de functie gebak uit. Conven-
tionele oven met ventilator (functie
aangeraden voor gebak).
Verwarmingselement onderaan
aangeschakeld
Bij deze stand wordt de oven enkel
met het verwarmingselement onde-
raan verwarmd. Bijbakken van gebak
onderaan (bv. vochtig gebak en gebak
met vruchten).
L R