© Copyright LOTRONIC 2016 PARCOB150MKII / PARCOB100HEX
Page 25
toestel:
IN
O U T
IN
O U T
O U T
IN
1
2
3
D
M
X
IN
DM
X O
UT
De kabel tussen de uitgang van de DMX controller en de ingang van de eerste lichteffect word meegeleverd. De doorsnede
van de kabel moet tenminste 0,5mm bedragen. Gebruik kabel met individuele afscherming van iedere ader.
Een DMX signaal afsluitweerstand moet aan de uitgang van het laatste toestel aangesloten worden. Een DMX
afsluitweerstand is een XLR connector met een 120 ohm weerstand tussen pin 2 et 3.
RIGGING
Het is belangrijk nooit de ventilator of de koelingsopeningen te verstoppen.
Bij de keuze van de installatie plaats denkt eraan dat de plaats gemakkelijk bereikbaar is voor onderhoud en
reinigingsdoeleinden.
Gebruik altijd veiligheidskabels.
Bescherm het toestel tegen regen, vochtigheid en extreme temperatuurveranderingen. Kies een plaats met voldoende
ventilatie.
Indien het netsnoer van de unit beschadigd is, moet ze van een vakman vervangt worden om stroomslag te vermijden.
Features
•
3/4/510 DMX kanalen (PARCOB150MKII) / 3/4/6/7/8/13 DMX kanalen
•
Variable electronische stroboscoop.
•
Variable electronische dimmer (0-100%)
•
Digitale LED display
•
Reset naar fabriekinstellingen
•
Instelling van de kleurtemperatuur
•
Ingebouwde programma met snelheids instelling
•
16 bit dimmer effect en witbalans
•
Software-bestuurde temperatuur sensor die de fan snelheid instelt om verwarming te vermijden
•
4 DMX kanaalmodi: STAG, ARC1 AR1.D AR1.5 en HSV (PARCOB150MKII)
•
6 DMX kanaalmodi: STAG, ARC1,AR1D,ARC2,AR2D,AR25 en HSV (PARCOB100HEX)
WERKING
Na aansluiting op een stopcontactdoos begint het toestel te werken.
Automatische werking
In stand alone modus kan het toestel zonder controller werken.
Master/slave werking
In master-slave modus kunnen meerdere toestellen aan elkaar worden aangesloten en van één master worden gestuurd.
DMX werking
U kunt de toestellen individueel via een DMX controller besturen.
DMX adres
Stel het DMX adres d.m.v. de controle panel in.
Let op: Een DMX signaal afsluitweerstand moet aan de uitgang van het laatste toestel aangesloten worden voor een goede
signaal transmissie.