
111
NL
5 INSTALLATIE EN INSTELLING
5.1
Plaats de SIM-kaart en batterij
•
Schakel de telefoon uit, koppel de lichtnetad-
apter los en verwijder de batterij.
•
Druk en schuif de achterklep omlaag en til het
op om de achterklep te verwijderen.
•
Verwijder de batterij door de onderkant in het
midden op te tillen.
•
Schuif de SIM-kaart voorzichtig in de houder,
met de gouden connectors naar beneden en
de schuine hoek naar rechts onder.
•
Plaats de batterij door de gouden contactpun-
ten op de batterij met die op de telefoon te
verbinden en druk de onderkant van de batterij
naar beneden totdat deze vastklikt.
•
Plaats de achterklep terug door deze plat op de
achterkant van de handset te leggen en omh-
oog te duwen totdat deze vastklikt.
5.2
Batterij opladen:
Waarschuwing:
Gebruik alleen de meegeleverde/goedgekeurde
batterijen en opladers. Het gebruik van anderen
kan gevaarlijk zijn en zal goedkeuring of de ga-
rantie laten vervallen.
Niet opladen met een verwijderde achterklep.