60
7.3
Een oproep beëindigen
t
Druk tijdens een oproep op om de oproep te beëindigen.
OF
t
Plaats de handset op het basisstation of de lader om de oproep te
beëindigen.
7.4 Handenvrij
bellen
Tijdens een gesprek drukt u op om af te wisselen tussen de handenvrije
luidsprekermodus en de normale handsetmodus.
7.5 Volume
regelen
Er zijn vijf volumeniveaus (“VOLUME 1” (VOLUME 1) tot “VOLUME
5
”
(VOLUME
5
)) waarmee u het volume van de handset en de luidspreker
kunt kiezen.
Tijdens een oproep:
t
Druk op
/
om volume 1-
5
te kiezen. De huidige instelling wordt
weergegeven.
>Wanneer u de oproep beëindigt, blijft het laatst ingestelde niveau
behouden.
7.6
De beltoon van de handset uitschakelen
In de standby-modus houdt u de toets # ingedrukt om de beltoon uit te
schakelen. Het pictogram
dt
t
t
t
t
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
d
wordt weergegeven op het lcd-scherm.
Opmerking:
Bij een inkomend gesprek knippert het pictogram
en verschijnt
“OPROEP” (CALL) of het nummer van de beller op het display, zelfs
wanneer de beltoon is uitgeschakeld.
Om de beltoon opnieuw te activeren, houdt u # opnieuw ingedrukt.
7.7 Toetsvergrendeling
U kunt de toetsen vergrendelen, zodat u het niet per ongeluk gebruikt
wanneer u de handset op zak hebt.
t
Houd in de standby-modus de toets * ingedrukt om het toetsenbord te
vergrendelen. Op het display verschijnt het pictogram
et to
.
Opmerking:
U kunt nog steeds gebruiken om een oproep te beantwoorden wanneer
de handset rinkelt.
Om het toetsenbord te ontgrendelen, houdt u * opnieuw ingedrukt.