Downloaded from www.vandenborre.be
Stop
en stelt u het programma opnieuw
in.
7.13
Kinderslotfunctie
De kinderbeveiligingsfunctie voorkomt
dat kinderen met het apparaat spelen.
De kinderslotfunctie blokkeert alle druk-
toetsen en de programmakeuzeknop.
(deze functie vergrendelt niet de toets
Aan/Uit ). Om de kinderbeveiligingsfunc-
tie te activeren, drukt u gelijktijdig op
Antikreuk en Startuitstel totdat het sym-
bool
op de display wordt weergege-
ven. Druk opnieuw op de bovenstaande
toetsen totdat het symbool verdwijnt om
deze functie te inactiveren.
U kunt de kinderbeveiligingsfunctie acti-
veren:
• voor u op de toets Start/Pauze drukt -
het apparaat kan niet starten
• nadat u op de toets Start/Pauze drukt,
worden alle toetsen en de program-
maschakelaar uitgeschakeld
7.14
Aan het einde van het
programma
Na voltooiing van de droogcyclus, zal
het symbool knipperen op de display.
Als de Zoemer actief is, klinkt er gedu-
rende een minuut een geluidssignaal
met onderbrekingen.
De was uit de machine halen:
1.
Druk gedurende 2 seconden op de
knop voor Aan/Uit om het apparaat
uit te schakelen.
2.
Open de deur van het apparaat.
3.
De trommel legen.
4.
Sluit de deur van het apparaat.
Na elke droogcyclus:
• maak de filter schoon
• Leeg het waterreservoir
(Zie het hoofdstuk
ONDERHOUD EN
REINIGING
.)
8.
AANWIJZINGEN EN TIPS
8.1
Milieutips
• Gebruik geen wasverzachter om te
wassen en te drogen. In de droog-
trommel wordt uw wasgoed automa-
tisch zacht.
• Gebruik het condenswater als gedistil-
leerd water, bijv. voor een stoomstrijk-
ijzer. Indien nodig filtert u het con-
denswater (bv. met een koffiefilter) om
kleine pluisjes te verwijderen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen aan de onderzijde van het appa-
raat vrij zijn.
• Houd u aan de laadvolumes die in het
programma-overzicht worden aanbe-
volen.
• Zorg ervoor dat er een goede lucht-
ventilatie is.
• Maak het filter na elke droogcyclus
schoon.
• Centrifugeer het wasgoed goed voor-
dat u het in de droger stopt.
8.2
Waterhardheid en
conductiviteit
Waterhardheid kan per regio verschillen.
Waterhardheid heeft een effect op de
waterconductiviteit en de werking van
de conductiviteitssensor in het apparaat.
Als u de waarde van de waterconductivi-
teit weet, kunt u de sensor zodanig in-
stellen dat hij beter droogt.
De sensorconductiviteit veranderen:
1.
Draai de programmakeuzeknop naar
een beschikbaar programma.
2.
Druk tegelijkertijd op de toetsen
voor Behoedzaam en Antikreuk en
NEDERLANDS
11