5.1
Verbruiksgegevens
Programma
1)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Programmaduur
(min.)
9.9
0.821
237
7 - 12
0.7 - 1.5
45 - 160
13 - 15
1.4 - 1.6
140 - 160
9
0.8
30
13 - 14
0.9 - 1.1
70 - 85
1)
De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer, de opties en de hoeveelheid
vaat kan de verbruikswaarden veranderen.
5.2
Aanwijzingen voor
testinstituten
Om de nodige informatie te ontvangen
over het uitvoeren van prestatietesten
(bijv. volgens EN60436) stuurt u een e-
mail naar:
Vermeld in uw verzoek de
productnummercode (PNC) dat u op het
typeplaatje aantreft.
Raadpleeg voor andere vragen
betreffende uw vaatwasmachine het
serviceboekje dat met uw apparaat is
meegeleverd.
6.
INSTELLINGEN
6.1
Programmakeuzemodus en
gebruikersmodus
Als het apparaat in de
programmakeuzemodus staat, kan een
programma worden ingesteld en de
gebruikersmodus worden ingevoerd.
Instellingen die in de gebruikersmodus
beschikbaar zijn:
• Het niveau van de waterverzachter
afgestemd op de waterhardheid.
• De activering of deactivering van de
aanduiding leeg
glansmiddelreservoir.
• De activering of deactivering van
AirDry.
Omdat het apparaat de instellingen
opslaat, hoeft u deze niet bij aanvang
van iedere cyclus te configureren.
De programmakeuzemodus
instellen
Het apparaat staat in de
programmakeuzemodus als de
programma-indicator
knippert en
op het display de programmaduur staat.
Na de activering bevindt het apparaat
zich standaard in de
programmakeuzemodus. Als dit niet zo
is, stelt u de programmakeuzemodus als
volgt in:
Houd tegelijkertijd
Delay
en
Option
ingedrukt tot het apparaat in de
programmakeuzemodus staat.
Gebruikersmodus ingaan
Zorg dat het apparaat in de keuzemodus
Programma staat.
Houd om de gebruikersmodus in te
voeren tegelijkertijd
Delay
en
Option
ingedrukt tot de indicatielampjes
NEDERLANDS
9