90
A
B
C
D
a2
a4
b2
c2
d2
a1
a3
b1
c1
d1
90°
9. Draai de laser 90°
met de klok mee,
zodat de naar voren
gerichte laserlijn de
markeringen d1 op
de tafel en d2 op
wand D raakt.
10. Markeer het midden
van de naar opzij
geprojecteerde
verticale laserlijn op
2 plaatsen: punt a3
op de tafel in de
buurt van punt a1 en
punt a4 op wand A
in de buurt van punt
a2.
11. Meet de afstanden:
∆
1 = van a1 naar a3
∆
2 = van a2 naar a4
12. Het verschil
∆
2 –
∆
1 mag niet meer dan 4 mm bedragen.
5. Draai de laser 90°
met de klok mee,
zodat de naar voren
gerichte laserlijn de
markeringen b1 op
de tafel en b2 op
wand B raakt.
6. Markeer het midden
van de naar opzij
geprojecteerde
verticale laserlijn op
2 plaatsen: punt c1
op de tafel in de
buurt van de laser
en punt c2 op wand
C.
90°
A
B
C
D
a2
b2
c2
a1
b1
c1
A
B
C
D
a2
b2
c2
d2
a1
b1
c1
d1
90°
7. Draai de laser 90°
met de klok mee,
zodat de naar voren
gerichte laserlijn de
markeringen c1 op
de tafel en c2 op
wand C raakt.
8. Markeer het midden
van de naar opzij
geprojecteerde
verticale laserlijn op
2 plaatsen: punt d1
op de tafel in de
buurt van de laser
en punt d2 op wand
D.
NEDERLANDS
RECHTE HOEK TUSSEN 2 VERTICALE LASERLIJNEN CONTROLEREN