Begin met koken
Stel een verwarmingsfunctie in.
Stel de temperatuur in.
6.2 Verwarmingsfuncties
Standaardverwarmingsfuncties
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Hetelucht
Bakken op maximaal drie rekstanden tegelijkertijd en voedsel drogen. Stel
de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
Boven + onder‐
warmte
Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau.
Bevroren gerech‐
ten
Om kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of loempia's)
krokant te maken.
Pizza-functie
Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een krokante bo‐
dem.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een krokante bodem en het bewaren
van voedsel.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd is afhankelijk
van de hoeveelheid ingevroren voedsel en de grootte daarvan.
Warmelucht (voch‐
tig)
Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen.
Bij het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschil‐
len van de ingestelde temperatuur. De restwarmte wordt gebruikt. Het ver‐
warmingsvermogen kan worden verminderd. Raadpleeg voor meer infor‐
matie het hoofdstuk "Dagelijks gebruik", opmerkingen op: Warmelucht
(vochtig).
15/152
DAGELIJKS GEBRUIK
Summary of Contents for BPE53507BM
Page 150: ...150 152 ...
Page 151: ...151 152 ...