55
N L
54
N L
Uw radiator is zodanig afgesteld dat een minimumtemperatuur van 7 °C in uw
kamer wordt gegarandeerd ter voorkoming van bevriezingsgevaar.
Deze temperatuur kan niet worden aangepast door de gebruiker.
Deze modus wordt aanbevolen bij continu afwezigheid van meer dan 24 uur.
Met deze zuinige modus kan de temperatuur ongeveer 3,5 °C worden verlaagd
ten opzichte van de gewenste temperatuur in de COMFORT-stand.
Deze temperatuur kan niet worden aangepast door de gebruiker. Hij kan
maximaal 19°C bedragen.
Deze modus wordt aanbevolen als het vertrek langer dan 2 uur niet wordt
gebruikt.
Voorbeeld van de werking: als uw radiator voor een temperatuur van 20°C in
de COMFORT-modus is geprogrammeerd, zal de adviestemperatuur in de ECO-modus
dus 16,5°C zijn.
Dit is de normale bedrijfsmodus van de radiator. U kunt het gewenste tempera-
tuurniveau in het vertrek kiezen met de regeltoetsen
-
of
+
.
Dit temperatuurniveau kan van 7 tot 28°C worden aangepast met intervallen
van 0,5°C.
Deze modus wordt aanbevolen als het vertrek gebruikt wordt.
PrOgrAmmA’S
De bedieningsinterface van het toestel omvat drie programma’s die niet kunnen
worden gewijzigd. U krijgt toegang tot de programma’s door op de toets Modus te
drukken. De programma’s zijn gebaseerd op verschillende scenario’s voor de bezetting
van de ruimte, waardoor het toestel afhankelijk van het tijdstip afwisselend van de
Comfort-modus overgaat naar de Eco-modus. Het is dus noodzakelijk de tijd in te
stellen voordat een programmamodus wordt gekozen.
HerHALIng:
De adviestemperatuur is regelbaar in de COMFORT-stand; de temperatuur in
de ECO-modus is die van de Comfort-modus -3.5°C.
Met de Auto-modus kan de radiator commando’s op afstand ontvangen afkoms-
tig van een programmeercentrale (niet meegeleverd met het toestel). De radiator
ontvangt deze commando’s hetzij via een stuurdraad waarop hij is aangesloten, hetzij
van een PLC-centrale (Power Line Communication) via uw elektrische installatie.
Als u een een centrale programmeercentrale gebruikt, zal de verzonden modus
overeenkomen met de normale modi van uw radiator (VERWARMINGSSTOP,
VORSTVRIJ, ECO, COMFORT). Met de centrale kan uw radiator ook naar twee
aanvullende modi worden omgeschakeld (COMFORT -1°C en COMFORT -2°C).
Pas op uw radiator de adviestemperatuur aan uw behoefte aan in de
COMFORT-modus met de toetsen
-
et
+
, selecteer vervolgens de AUTO-modus door
de toets
MODUS
meermaals in te drukken.
Raadpleeg vervolgens de gebruiksaanwijzing van uw programmeercentrale voor
meer informatie over het gebruik van de radiator met deze centrale.
Als u gebruik maakt van een PLC-programmeercentrale, raadpleeg dan voor
meer informatie de handleiding hiervan, evenals de paragraaf Aansluiting / Loskoppe-
ling PLC (zie hoofdstuk 4.4).
InDICATOr COmFOrT-mODUS
InDICATOr AUTO-mODUS
PrOgrAmmA P1
Dit programma komt overeen met een warmtebehoefte in het
vertrek vanaf 5.00 u tot 23.00 u (bijv. permanente aanwezigheid).
PrOgrAmmA P2
Dit programma komt overeen met een warmtebehoefte in het
vertrek van 5 u tot 9 00 u en van 17 u tot 23.00 u (bijv. op werkdagen).
PrOgrAmmA P3
Dit programma komt overeen met een warmtebehoefte in het
vertrek van 5 u tot 9 u, van 12 tot 14.00 u en van 17 tot 23 u (bijv.
werkdagen waarop thuis geluncht wordt).
InDICATOr eCO-mODUS
InDICATOr VOrSTVrIJ-mODUS