5.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld,
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld,
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt
gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (bijvoorbeeld
als een steelpan droog kookt). De
kookzone moet afgekoeld zijn voordat u
de kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje gaat
aan en schakelt de kookplaat uit.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Warmte-instelling
De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
, 1 - 2
6 uur
3 - 4
5 uur
5
4 uur
6 - 9
1,5 uur
5.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand
heeft bereikt.
5.4 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere tijd
een gewenste kookstand te krijgen. Als het
aan staat, werkt de zone in het begin op de
hoogste kookstand en gaat daarna verder
met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone koud
zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3
seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.5 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones. De
functie kan voor een beperkte tijdsduur voor
uitsluitend de inductiekookzone worden
geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan. gaat aan.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.6 Timer
• Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om de lengte
van één kooksessie in te stellen.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone
in en dan de functie.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op totdat het lampje van een
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren of de tijd te
wijzigen: tik op of van de timer om de
tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het
lampje van de kookzone gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
NEDERLANDS
25