47
Nl
Ne
de
rla
n
ds
B
A
SIS
B
EDIENING
Gebruik de PURE DIRECT stand om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de PURE DIRECT stand is ingeschakeld, geeft
dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op
L
PURE DIRECT
(of op
N
PURE
DIRECT
) om de PURE DIRECT stand uit of aan
te zetten.
De
L
PURE DIRECT
toets op het voorpaneel licht op en
de display van het voorpaneel gaat automatisch uit
wanneer dit toestel in de PURE DIRECT stand staat.
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de PURE DIRECT stand staat:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– weergeven van het GUI menuscherm
• De PURE DIRECT stand wordt automatisch geannuleerd
wanneer dit toestel uit wordt gezet.
y
Om dit toestel videosignalen te laten reproduceren tijdens de
PURE DIRECT stand, configureer de “Pure Direct” instelling
(bladzijde 81).
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal en het
subwooferkanaal.
1
Druk herhaaldelijk op
D
TONE CONTROL
op het voorpaneel om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te selecteren.
2
Verdraai
M
PROGRAM
om de weergave van
de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker en de subwoofer.
• TONE CONTROL werkt niet wanneer de PURE DIRECT stand
ingeschakeld is, of wanneer “MULTI CH” geselecteerd staat als
de ingangsbron.
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt
via de automatische setup (bladzijde 30) en “Level” (bladzijde 77).
1
Druk herhaaldelijk op
C
LEVEL
en
vervolgens op
9
k
/
n
om de luidspreker te
selecteren die u wilt aanpassen.
y
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van
de luidsprekerinstellingen.
2
Druk op
9
l
/
h
op de afstandsbediening
om het uitgangsniveau (volume) van de
luidsprekers te regelen.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Gebruik deze functie om een broncomponent te selecteren
vanaf welke u wilt opnemen.
1
Houd
D
REC OUT
ingedrukt totdat “REC OUT”
in de display van het voorpaneel verschijnt.
2
Verdraai
M
PROGRAM
om de
broncomponent te selecteren.
y
Om de ingangssignalen van de momenteel geselecteerde bron op
te nemen, selecteer “SOURCE”.
Gebruiken van audiofuncties
Voor u de volgende handeling uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP
zetten.
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Opmerkingen
Toonregeling
Opmerkingen
Voor u de volgende handeling uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
F
AMP
zetten.
Instellen luidsprekerniveaus
Opmerking
Display
Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
FP L
Linker aanwezigheidsluidspreker
FP R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
SWFR
Subwoofer
Selecteren van de opnamebron