VAN START
4
• Vervang alle batterijen tegelijk als u merkt dat bijvoorbeeld het bereik van de afstandsbediening afneemt, de indicator niet knippert of
dat de indicator of het uitleesvenster zwakker worden.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op
de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Wij raden u ten zeerste aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg
ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen niet weg met het gewone afval; gooi batterijen alleen weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, dus als
klein chemisch afval.
■
Inzetten van de batterijen
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het batterijvak, in overeenstemming
met de polariteitsaanduidingen binnenin.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
■
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de afstandsbedieningen
Opmerkingen
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
1
3
2
1
3
2