72
Nl
Dit toestel aanpassen (MANUAL SETUP)
■
Audio-instellingen
E)AUDIO SET
'Tone bypass'
TONE BYPASS
Gebruik deze functie om te selecteren of de
audioreproductie de schakelingen voor de toonregeling
negeert wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn
ingesteld (bladzijde 45).
HDMI audio
HDMI AUDIO
Maak gebruik van deze functie om de typen weer te geven
audiosignalen via de HDMI OUT aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel te selecteren.
Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Zie de instructiehandleidingen van uw beeldscherm en
audiobronapparatuur.
■
Pure Direct
F)PURE DIRECT
Maak gebruik van deze functie om te selecteren of dit
toestel de videosignalen reproduceert wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat.
U kunt geen gebruik maken van het OSD menu, zelfs als
“PURE DIRECT” ingesteld is op “AUDIO+VIDEO”.
Gebruik deze functie om de video-instellingen aan te
passen.
y
U kunt alle parameters in “VIDEO MENU” resetten naar de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen met “VIDEO” in
“INITIALIZE” in “ADVANCED SETUP” (bladzijde 94).
Videoconversie
VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of de videosignalen
geconverteerd worden die binnenkomen via de VIDEO, S
VIDEO, en COMPONENT VIDEO aansluitingen.
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
• Videosignalen met een resolutie van 480p, 576p, 1080i en 720p
kunnen niet gereproduceerd worden via de S VIDEO en
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen, moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “VIDEO CONV” op “OFF”.
Component geïnterlinieerde/progressieve
conversie
COMPONENT I/P
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de aansluitingen voor samengestelde
video, S-video en componentvideo in- of uit te schakelen,
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden gereproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen.
Keuze
Functies
AUTO
Negeert automatisch de schakelingen voor de
toonregeling om de meest natuurgetrouwe
weergave te bieden wanneer “TREBLE” en
“BASS” op 0 dB staan ingesteld.
OFF
De schakelingen voor de toonregeling worden
niet gepasseerd.
Keuze
Functies
AMP
Reproduceert audiosignalen die door dit toestel
gedecodeerd kunnen worden.
AMP+TV
Reproduceert audiosignalen die gedecodeerd
kunnen worden door uw op de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel aangesloten
beeldscherm.
Opmerking
Keuze
Functies
AUDIO
Reproduceert geen videosignalen.
AUDIO+VID
EO
Reproduceert videosignalen. Dit toestel
activeert alleen de beperkte videofuncties ten
behoeve van een betere geluidskwaliteit.
Opmerking
4 VIDEO MENU
Keuze
Functies
ON
Omzetten van composiet videosignalen, S-
videosignalen en component videosignalen en in
voorkomende gevallen opwaarderen van S-
video- en component videosignalen naar HDMI
videosignalen.
OFF
Selecteer deze instelling om geen signalen om te
laten zetten.
Opmerkingen
Keuze
Functies
ON
Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve
conversie van analoge videosignalen in.
OFF
Schakelt analoge geïnterlinieerd/progressieve
conversie van analoge videosignalen uit.