75
Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
GEA
V
ANCE
ERDE
B
E
DIENING
Nederlands
■
Systeemgeheugen
SYSTEM MEMORY
Gebruik deze functie om uw eigen favoriete instellingen te maken en deze toe te wijzen aan een
M
SYSTEM MEMORY
■
Signaalinformatie
SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 44).
B)VIDEO SET
VIDEO CONV.
Selecteert of videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S
VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten worden
omgezet.
COMPONENT I/P
Selecteert of de analoge geïnterlinieerd/progressieve conversie van
analoge videosignalen die binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO, en
COMPONENT VIDEO aansluitingen in- of uitgeschakeld moet
worden zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting naar 480p/
576p worden geproduceerd via de COMPONENT MONITOR OUT
aansluitingen.
HDMI SCALING
Selecteert of de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO
aansluitingen in- of uitgeschakeld moet worden zodat de
opgewaardeerde videosignalen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting.
HDMI ASPECT
Regelt de beeldverhouding voor analoge videosignalen die worden
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
C)MEMORY GUARD
—
Voorkomt dat de geluidsveldprogramma parameterwaarden en andere
systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
D)INIT. CONFIG
AUDIO SELECT
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting
selectiefunctie voor de signaalbronnen die zijn verbonden met de
DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
DECODER MODE
Instellen van de standaard decoderfunctie voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit
toestel aan zet.
EXTD SUR.
Instellen van de uitgebreide decoderfunctie voor signaalbronnen die
zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit
toestel aan zet.
E)ZONE SET
AMP
Selecteert hoe de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers versterkt worden.
VOLUME
Selecteert of dit toestel het volumeniveau regelt van audiosignalen die
worden gereproduceerd via de ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3)
aansluitingen.
MAX VOL.
Regelt het maximum volumeniveau voor Zone 2 of Zone 3.
INIT. VOL.
Stelt in wat het volumeniveau in Zone 2 of Zone 3 moet worden
wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Menu
Parameter
Functies
Bladzijde