14
5.2 SLANGVERBINDINGEN
Vloeistofinlaat –
Gebruik een 3/8” (9.5 mm) ID vinyl or tygon
slang geschikt voor dranken of gelijkwaardig. Vermijd scherpe
bochten die de doorstroming kunnen beperken of ervoor kunnen
zorgen dat de slang onder het vacuüm bezwijkt.
Vloeistofuitlaat –
Gebruik een 1/4" (6.3 mm) ID verstrekte slang
geschikt voor dragen als afvoerslang.
5.3 LEIDINGEN
Gebruik een flexibele slang om een overmatige belasting van de
pompaansluitingen te vermijden. Krimp of knik de slang niet.
Alle slangen moeten dezelfde grootte hebben als de pompaan-
suitingen. Alle aansluitingen moeten compatibel zijn met de vloe-
istof die wordt gepompt.
FLEXIBELE SLANG
ONBUIGZAME PIJP
OPGELET:
Als de pomp bij hoog debiet en lage
druk wordt gebruikt moet de gasdruk tot 1,38 bar
(20 PSI) tot boven de uitlaatdruk worden verlaagd.
OPGELET:
Continue bediening bij 49 °C (120
°F) heeft voor gevolg dat de pomp minder lang zal
meegaan.
Regel de gasdruk bij het opstarten op de gewenste instelling. Voor
de meeste installaties is een werkdruk tussen 1,38 en 4,83 (20
tot 70 PSI) voldoende. Open de afvoerklep om de lucht af te laten
uit het systeem. De pomp werkt nu automatisch door op vraag te
starten en te stoppen terwijl de dranken worden uitgeschonken. De
druk wordt aan de aftapkraan constant gehouden. Het debiet en de
druk van het product kunnen worden aangepast door de gasdruk
te verhogen of te verlagen om rekening te houden met verschillen
in de productviscositeit, de lengte van de leidingen of andere in-
stallatievoorwaarden.
Stel de gasdruk niet hoger in dan 4,8 bar (70 PSI).
Raadpleeg de debietcurves voor meer informatie. Vloeistoffen met
een hoge viscositeit en de lengte van de slang zullen de aanzui-
gafstand beperken.
KENNISGEVING: Door de gele clip te verwijderen komt de
luchtinlaatkoppeling los en wordt de aandrijfdruk van de
pomp afgelaten. Dit mag alleen worden gedaan wanneer de
pomp onmiddellijk moet worden uitgeschakeld in afwachting
dat een erkende onderhoudstechnicus langs komt.
Defecte pompen als gevolg van water in de luchtkamer zullen niet
door de beperkte garantie worden gedekt.
GEVAAR: VERSTIKKINGSGEVAAR.
Als CO
2
- of N
2
-gas als drijfgas wordt gebruikt voor
de pomp moet de omgeving goed worden geven-
tileerd of moet het gas via een slang naar de buiten-
lucht worden geleid.
5.4 BEDIENING
6.0 PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom
Mogelijke oorza(a)k(en)
Correctieve actie
Pomp wil niet starten
(loopt vast)
1. Ongeschikte luchtaanvoer (minimaal 1,38 bar)
2. Vervuilde luchtaanvoer
3. Lege BIB of BIB-connector niet volledig ingeschoven
4. Geknelde productinlaat of -uitlaat
1. Verhoog de inlaatdruk
2. Mogelijk is een luchtdroger vereist
3. Controleer het BIB-product en de juiste aansluiting¬ van
de BIB-connector
4. Controleer de leidingen op knellingen en buigingen of
andere debietbeperkingen
De pomp draait, maar er
komt geen vloeistof
1. Er is een lek of een breuk in de productinlaat
2. Er is een lek of een breuk in de productuitlaat
1. Controleer of vervang alle aansluitingen van de
inlaatleiding
2. Controleer of vervang alle aansluitingen van de
uitlaatleiding
De pomp lekt van de
uitlaatpoort
1. Lek aan de bovenste O-ring van de uitlaatpoort
2. Vervuilde luchtaanvoer (vocht in de luchtinlaat)
1. Vervang de uitlaatpoort
2. Mogelijk is een luchtdroger vereist
Debiet te laag
1. Leidingen of slang beschadigd of geblokkeerd
2. Controleer de dikte of het medium dat wordt gepompt
1. Maak schoon of vervang
2. Verminder de dikte van het medium, verhoog de
slangdiameter of neem contact op met de fabriek voor
aanbevlingen
De pomp lekt
1. De schroeven van het pomphuis zijn onvoldoende
vastgeschroefd
of aangetrokken
1. Draai de schroeven vast een een koppel van 15 in lb
7.0 Schoonmaak en ontsmetting van de pomp
De pomp en het complete doseersysteem moeten regelmatig worden gereinigd en ontsmet, zoals aanbevolen door de plaatselijke gezondhe-
idsautoriteit, de fabrikant van het siroopconcentraat of de fabrikant van de apparatuur (welke jurisdictie ook heeft).
Raadpleeg processpecificatie #91013934 voor procedure die voldoet aan de door de NSF vermelde ontsmettingsvereisten voor alleen de
Flojet-pomp.
8.0 Garantie
XYLEM BEPERKTE GARANTIE GARANDEERT DIT PRODUCT VRIJ VAN DEFECTEN EN VAKMANSCHAP VOOR EEN PERIODE VAN EEN JAAR. DE GARANTIE IS EXCLUSIEF EN
IN PLAATS VAN ENIGE EN ALLE ANDERE UITDRUKKELIJKE OF IMPLICIETE GARANTIES, GARANTIES, VOORWAARDEN OF VOORWAARDEN VAN WELKE AARD MET BETREK-
KING TOT DE GOEDEREN DIE HIERONDER GELEVERD WORDEN, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT VOOR ALLE IMPLICIETE GARANTIES VAN GARANTIES UITDRUKKELIJK