SEM-1
3043754_201508
47
Inbedrijfstelling - onderhoud
Inbedrijfstelling
De opstelling en de eerste inbedrijfstelling mag enkel door een erkende installatiefirma
gebeuren.
Na de montage de buizen en de boiler grondig doorspoelen, de boiler met water vullen.
De aftapkraan voor warm water openen tot water naar buiten loopt en het veiligheids-
ventiel door ontluchting controleren.
Voor de inbedrijfstelling de boiler in elk geval vullen en ontluchten!
Opgelet:
Max. bedrijfsdruk van 10 bar mag niet worden overschreden!
Een overschrijding van de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk kan tot lekkage en
ernstige beschadigingen van de boiler leiden!
Bedrijf met laadpomp:
Boilertemperatuurregelaar op de gewenste temperatuur (max.60°C) instellen. Bij
aansluiting van een elektronische boilersonde wordt de boilertemperatuur op de
ketelregeling ingesteld.
Gebruik met bijkomende elektrische verwarming E2 / E4,5 / E6
De boilertemperatuurregelaar van de verwarmingsregeling op 20°C instellen.
De boilertemperatuurregelaar van de bijkomende elektrische verwarming op de
gewenste temperatuur (max. 60°C) draaien.
Vorstbescherming
Teneinde energie te besparen bij langere afwezigheid kan de boilertemperatuurregelaar
helemaal naar links (tegen de richting van de wijzers van de klok in) gedraaid worden,
daarbij blijft de vorstbeschermingsfunctie behouden.
Onderhoud
Magnesiumanode
De installatie om de 2 jaar door een gespecialiseerde firma laten controleren.
Bij ingebouwde magnesiumanode is de beschermende werking op een elektrochemische
reactie gebaseerd die een afbouw van het magnesium tot gevolg heeft.
Bij verbruikte
magnesiumanode is de corrosiebescherming niet meer gegarandeerd! Gevolg:
doorroesten, waterlekkage. Daarom moet deze om de 2 jaar door een erkende
gespecialiseerde installateur gecontroleerd en bij meer als 2/3 slijtage worden
vernieuwd!
Om de anode te vervangen moet de boiler drukloos gemaakt worden.
De aansluiting voor het koude water sluiten, de circulatiepomp uitschakelen en eender
welke kraan voor warm water in het huis openen.
Bij het leegmaken van de installatie kan heet water uittreden en verwondingen,
in het bijzonder verbrandingen veroorzaken!
Bij ingebouwde anode met externe stroom is geen onderhoud nodig.
Flens
Na demontage van de flens moet bij het terug plaatsen van de flens een nieuwe dichting
geplaatst worden. Het aandraaimoment van de moeren moet 20-25Nm zijn.
Storing
Oorzaak
Oplossing
Lek aan de staande boiler
Flens vertoont lekken
Schroeven opnieuw
aantrekken; dichting
vervangen
Buisaansluitingen vertonen lekken
Opnieuw indichten
Te lange verwarmingstijd
Temp. verwarmingswater is te laag (op
de voorloop van de staande boiler me-
ten, niet op de warmtegenerator)
Temperatuur verhogen (regelaar instel-
len)
Te kleine hoeveelh. verwarmingswater
(veroorzaakt een grote spreiding, d.w.z.
een te lage teruglooptemp.)
Grotere pomp
Rekening houden met tegendruk van
parall. verwarmingskringloop
Verwarmingsslang niet ontlucht meerde-
re keren ontluchten
Bij uitgeschakelde pomp
Verkalking verwarmingsoppervlakte
Verwarmingsopperv. ontkalken
De temperatuur van het sanitair water is
te gering
De thermostaat schakelt te vroeg uit
Thermostaat opnieuw instellen
Teruglooptemperatuur te laag (bijvoor-
beeld te grote spreiding)
Grotere laadpomp