54
Verbruiker aansluiten
Let bij het aansluiten van een verbruiker op dat deze uitgeschakeld met de voe-
ding wordt verbonden. De max. stroomopnale van de aan te sluiten verbruiker
mag de aanduidingen uit de technische gegevens niet overschrijden.
Bij het in serie schakelen van eerdere voedingen ontstaan aanraakgevaarlijke
spanningen (> 70 VDC), die levensgevaarlijk kunnen zijn. Vanaf deze spanning
mogen alleen geïsoleerde accessoires (aansluitleidingen, meetleidingen, enz.)
worden gebruikt.
Voorkom het gebruik van niet-geïsoleerde leidingen en contacten. Deze plaatsen
dienen door geschikt, moeilijk ontvlambaar isolatiemateriaal of andere maatre-
gelen te worden afgedekt om rechtsreeks contact te voorkomen.
Let op een voldoende sectie van de geleiders voor de verwachte stroomsterkte.
Normaal bedrijf „Master“
In het master-normale bedrijf gebeurt de sturing via de beide instelregelaars voor spanning en stroom.
Een sturing door andere apparaten is niet mogelijk.
•
Schakel de voeding in via de aan/uit-schakelaar (1). De spannings- en stroomindicatie
(7 en 8) verschijnen na ong. 1-2 seconden en tonen „0000“.
•
Stel de parameters in naar wens zoals beschreven in het hoofdstuk „In gebruik nemen“.
•
Controleer nogmaals de correkt ingestelde uitgangsspanning door indrukken van de toets „REVIEW“
(3).
•
Verbind de pluspool (+) van de verbruiker met de rode bus“+“ (16) en de minpool (-) met de zwarte
bus „-“ (17).
•
Alternatief kan ook de aansluiting via de stekkers achteraan gebeu-
ren. Druk daartoe met een schroevendraaier de kleine groef naar bin-
nen, en breng de gestripte geleider in de ronde opening. De pluspool
komt overeen met de klem „O/P+“ (19), de minpool met de klem „O/P-
“ (20). Het losmaken gebeurt op dezelfde manier.
•
Schakel de DC-uitgang in met een druk op de toets „OUTPUT ON“
(5). De statusindicatie (5) licht op, en op het display (8) wordt de uit-
gangsspanning zichtbaar.
•
De aangesloten verbruiker kan nu worden ingeschakeld.
•
De stroomopname van de aangesloten verbruiker wordt zichtbaar op
de stroomindicatie „A“ op het display (7).
11
UVL-Spannungsbegrenzung
Die UVL-Funktion ermöglicht die Einstellung der oberen Spannungsgrenze. Wird diese Spannungsgren-
ze überschritten, so schaltet der DC-Ausgang automatisch ab und signalisiert dies durch die Leuchtan-
zeige „ALM“ (12). Reduzieren Sie die Ausgangsspannung. Zum Aktivieren des DC-Ausgangs betätigen
Sie die Taste „OUTPUT ON“ (5). Die Warnanzeige „ALM“ erlischt.
Zur Einstellung gehen Sie wie folgt vor:
-
Schalten Sie das Labornetzgerät ein und warten ca. 1-2 Sekunden.
-
Drücken Sie die Taste „UVL/Voltage“ (2). Die Statusanzeige „UVL“ (9)
leuchtet.
-
In der Anzeige „V“ (8) wird die derzeitige Spannungsgrenze ange-
zeigt.
-
Führen Sie vorsichtig einen kleinen Schlitzschraubendreher (Klingen-
breite max. 3 mm) in die Öffnung „Upper Voltage Limit“ (15). Stellen
Sie vorsichtig den gewünschten Spannungswert über den inneren
Feinregler ein.
-
Durch erneutes Drücken der Taste „UVL“ (5) verlassen Sie diesen
Einstellbereich. Die Anzeige (9) erlischt. Der eingestellte Wert bleibt
auch nach dem Ausschalten erhalten.
Spannung und Strom einstellen
Das Labornetzgerät ermöglicht die Einstellung von Spannung und Strombegrenzung auch bei abge-
schaltetem Ausgang. Der Vorteil liegt daran, dass zur Einstellung der Strombegrenzung kein Kurz-
schluss am Ausgang simuliert werden muss. Die Einstellung des Ausgangsstromes ist ein Schutzme-
chanismus, um den Verbraucher oder die Anschlussleitungen zu schützen.
Zur Einstellung gehen Sie wie folgt vor:
-
Schalten Sie das Labornetzgerät ein und warten ca. 1-2 Sekunden.
-
Wählen Sie den gewünschten Ausgangsbereich über die Tasten
„RANGE“ (4). Die entsprechende Statusanzeige leuchtet. Aus Sicher-
heitsgründen wird bei jeder Bereichsumschaltung der aktive DC-Aus-
gang deaktiviert.
-
Drücken und halten Sie für die Dauer der Einstellung die Taste
„REVIEW“ (3) gedrückt.
-
In der Anzeige erscheint die Spannungs- und Stromeinstellung für
den aktivierten DC-Ausgang.
-
Über den Einstellregler „VOLT.“ (13) erfolgt die Spannungswahl.
-
Über Einstellregler „CURR.“ (14) erfolgt die Strombegrenzung.
-
Lassen Sie die Taste „REVIEW“ (3) los. Das Display zeigt wieder
„0000“.
-
Bei aktivem Ausgang ist die Spannungseinstellung direkt möglich.
