160
12.3 Spanningsmeting AC (“V
”) / DC (‘V
”)
1. Schakel de DMM in en selecteer de modus “
V
".
Æ
“DC” zal op de display worden weergegeven.
Æ
Selecteer het meetbereik “
mV
” voor lagere spanningen tot max. 400 mV.
2. Druk op
SEL
/
om op de ACV-modus te schakelen.
Æ
“AC” zal op de display worden weergegeven.
3. Steek de rode kabel in de
V
-klem en de zwarte kabel in de
COM
-klem.
4. Houd de twee meetsondes in parallel tegen het object dat u wilt meten (bijv.
generator of circuit).
Æ
De meting zal op de display worden weergegeven.
5. Nadat u een meting hebt uitgevoerd, dient u de kabels van het gemeten object
te verwijderen en de DMM uit te schakelen.
Het “V/AC”-bereik heeft een ingangsweerstand van ≥10 MΩ. Dit betekent
dat er vrijwel geen belasting aanwezig is op het circuit.
Als “-” voor een gelijkspanningsmeting verschijnt, betekent dit dat de
gemeten spanning negatief is (of dat de meetsondes omgekeerd zijn
aangesloten).
Het “V DC/AC”-spanningsbereik heeft een ingangsweerstand van
>10 MOhm; het “mV DC”-bereik heeft een ingangsweerstand van
>100 MOhm.