171
h) Continuïteitstest
Controleer dat er op alle te meten schakelonderdelen, schakelingen en bouwelementen evenals
andere meetobjecten absoluut geen spanning staat en deze ontladen zijn.
- Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie
- Druk 1x op de knop “MODE” om de meetfunctie om te schakelen.
Op het display verschijnt het symbool voor de continuïteitstest en
het symbool voor de eenheid “Ω”. Door nogmaals op de knop te
drukken schakelt u door naar de volgende meetfunctie, etc.
- Breng de rode meetkabel in Ω-meetaansluiting (10) en de zwarte
meetkabel in de COM-meetaansluiting (9).
- Als continuïteit wordt een meetwaarde van ≤ 10 Ω herkend en u
hoort een akoestisch alarm. Vanaf ca. >50 Ω hoort u geen akoes-
tisch signaal meer. Het meetbereik loopt tot 600 Ω.
- Zodra er “OL” (Overload = overbelasting) op het display verschijnt,
heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbro-
ken.
- Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en
zet de DMM uit.
i) Capaciteitsmeting
Controleer dat alle te meten schakelonderdelen, schakelingen en bouwelementen evenals andere
meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Houd bij elektrolytische condensatoren absoluut rekening met de juiste polariteit.
- Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie “CAP”.
- Druk 3x op de knop “MODE” om de meetfunctie om te schakelen.
Op de display verschijnt de eenheid “nF” voor capaciteitsmeting.
Door nogmaals op de knop te drukken schakelt u door naar de vol-
gende meetfunctie, etc.
- Breng de rode meetkabel in de V-meetaansluiting (10) en de zwarte
meetkabel in de COM-meetaansluiting (9).
Op basis van de gevoelige meetingang kan bij “open” meet-
kabels een weergave op het display verschijnen. Druk voor
het meten van kleine capaciteiten (<600 nF) op de knop
“REL”. Hierbij wordt het display gereset op “0”. De autoran-
ge-functie wordt hierbij gedeactiveerd.
- Verbind nu de beide meetkabels (rood = plus/zwart = min) met het
meetobject (condensator). Het display geeft na een korte periode de
capaciteit weer. Wacht totdat de waarde op het display zich heeft
gestabiliseerd. Bij capaciteiten >40 µF kan dit enkele seconden du-
ren.
- Het display geeft “OL” (voor overload) weer wanneer het meetbereik wordt overschreden.
- Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM uit.