149
• Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetkabels ervan op beschadigingen. Voer nooit
metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd is (gescheurd, losgetrokken, etc.). De meege-
leverde meetkabels zijn voorzien van een slijtage-indicator. Bij beschadiging wordt er een tweede iso-
latielaag met een andere kleur zichtbaar. De meetapparatuur mag dan niet langer worden gebruikt en
moet worden vervangen.
• Gebruik de multimeter niet kort voor, tijdens of direct na onweer (blikseminslag! /energierijke overspan-
ningen!). Let erop, dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en schakelcomponenten
etc. per sé droog zijn.
• Gebruik het product niet in de directe nabijheid van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendmasten of RF-generatoren.
• De gemeten waarde kan daardoor worden vertekend.
• Als aangenomen mag worden dat veilig gebruik niet meer mogelijk is, moet het apparaat worden uit-
geschakeld en tegen onbedoeld gebruik worden beveiligd. Men dient ervan uit te gaan dat een veilig
gebruik niet meer mogelijk is als:
- het apparaat zichtbaar beschadigd is,
- het apparaat niet langer werkt en
- gedurende een lange periode onder ongunstige omstandigheden opgeborgen is geweest of
- tijdens het vervoer aan een aanzienlijke belasting onderhevig is geweest.
• Zet het meetapparaat nooit onmiddellijk aan nadat het van een koude naar een warme ruimte is ge-
bracht. De condens die hierbij wordt gevormd kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden onher-
stelbaar beschadigen. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen voordat u het inschakelt.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren; kinderen kunnen het als speelgoed gebruiken, wat tot
gevaarlijke situaties kan leiden.
Lithium-batterij, Li-Ion-accu en oplader
• De Li-Ion-accu mag uitsluitend met de meegeleverde speciale oplader worden opgeladen. Het gebruik
van een andere oplader kan ertoe leiden dat de accu onherstelbaar beschadigd raakt. Er bestaat brand-
en explosiegevaar.
• Bewaar de accu droog en bij kamertemperatuur. Gebruik indien mogelijk speciale opbergboxen (bijv.
Li-Po-bags zoals in de modelbouw).
• De accu mag niet worden blootgesteld aan temperaturen >60 °C (bijv. In voertuigen in de zomer, enz.).
• De accu mag niet vochtig of nat worden.
• Laad de accu alleen onder toezicht op. Beëindig meteen het opladen als u onregelmatigheden op het
accupack vaststelt (als de accu bijvooorbeeld opbolt enz.).
• Demonteer accu’s niet, sluit ze niet kort en werp ze niet in het vuur. Probeer nooit gewone batterijen op
te laden. Er bestaat dan explosiegevaar.
• De accu dient uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd niet wordt ge-
bruikt, om beschadiging door lekkage te voorkomen. Het zuur in lekkende of beschadigde accu’s kan bij
contact met de huid chemische brandwonden veroorzaken. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen
tijdens de omgang met beschadigde accu’s.