2
101002.01
Ruitenwisserbediening
Inleiding
Met behulp van deze ruitenwisserbedie-
ning kunnen, maximaal 5, ruitenwissers
synchroon bewegen op zowel de lage
snelheid, de hoge snelheid als op de
intervalstanden. De ruitenwisserbedie-
ning is tevens voorzien van een automa-
tische wis-wasfunctie. Optioneel kunnen
tot maximaal 3 regensensoren worden
aangesloten.
De ruitenwisserbediening bestaat uit een
regeleenheid en een inbouwpaneel met 6
schakelaars. De regeleenheid is geschikt
voor zowel 12 Volt als 24 Volt. Elke uit-
gang mag belast worden met een maxi-
maal vermogen van 120 W en is beveiligd
tegen overbelasting.
De toe te passen ruitenwissermotoren
moeten voorzien zijn van 1 of 2 wissnelhe-
den en een automatische parkeerstand.
Leveringsomvang WPANEL:
1 x Regeleenheid
5 x Wisserschakelaars
1 x Functieschakelaar
1 x Paneel voor 6 schakelaars
2 x Blindplaatjes
2 x Vorkkabelschoen
1 x DIN Rail TS35
1 x Handleiding
Bediening
Wisserschakelaar
Elke wisser (ruitenwissermotor) heeft zijn
eigen schakelaar. Met deze schakelaar
wordt de betreffende wisser in- of uitge-
schakeld. Wanneer een wisser is inge-
schakeld volgt deze het gekozen pro-
gramma.
Functieschakelaar
Telkens wanneer de ‘SPEED’ schakelaar
wordt ingedrukt, word het volgende wis-
programma gekozen. De programma’s
waar uit gekozen kan worden zijn:
1 interval 11 sec,
2 interval 9 sec,
3 interval 7 sec,
4 interval 5 sec,
5 interval 3 sec,
6 continue lage snelheid,
7 continue hoge snelheid.
Bij het bereiken van programma 7 wordt
na het indrukken van de schakelaar pro-
gramma 1 weer geselecteerd. Nadat een
ander programma is ingesteld geeft de
statuslamp door middel van een knipper-
reeks (1 tot 7 knipperingen) de nieuwe
instelling aan; deze knipperreeks wordt
eenmaal herhaald. Zie pag. 23 ‘Gebruik
van de ‘SPEED’ toets’.
De eerste keer, en telkens als de voe-
dingsspanning uitgeschakeld is geweest,
zullen de ruitenwissers met de lage snel-
heid gaan wissen.
Als de voedingsspanning niet uitgescha-
keld is geweest zullen de ruitenwissers
steeds met de laatst ingestelde interval-
stand of snelheid gaan wissen,
tenzij de
laatste stand de hoogste snelheid was.
Automatische bediening van de wisser-
motoren is mogelijk indien regensenso-
ren zijn geïnstalleerd; raadpleeg hiervoor
de met de regensensoren meegeleverde
handleiding.
SPEED