6
020203.06
Electro-Hydraulic Pumps
• Nylon slang (6 mm inwendig, 10 mm uitwendig)
Plaats na het afsnijden
van de nylon slang de
wartelmoer en de snij-
ring op de slang (let
hierbij op de juiste af-
stand
tot het uiteinde
van de slang) en plaats
de steunhuls
in de
leiding.
Na
handvaste monta-
ge
van de wartelmoer
dient deze met een
sleutel te worden aan-
gehaald:
- De rechte inschroefkoppeling
: 4 omwentelingen
- De T-inschroefkoppeling
: 2 omwentelingen
- De tussenkoppeling
: 3 omwentelingen
- Het T-stuk
: 2 omwentelingen
• Nylon slang (8 mm inwendig, 12 mm uitwendig)
1
Schroef na het afsnijden de slangkoppelinghuls op de slang (link-
se draad); stop ca. 1,5 mm voor de stuit.
2
Voorzie de slangkoppeling van olie, en schroef deze in de huls.
Let er op dat de binnenmantel van de slang niet meedraait tij-
dens het inschroeven!
Let er tevens op dat de binnenmantel van de slang niet wordt
dichtgedrukt tijdens het inschroeven.
4
Elektrische installatie
Controleer of de spanning, vermeld op het typeplaatje van de elek-
tromotor, overeenkomt met de boordspanning.
De laadvoorziening van de accu(’s) dient ruim voldoende te zijn om
het stroomverbruik van de EHP tijdens varen te compenseren. Zie
ook het hoofdstuk ‘Technische gegevens’.
Indien de EHP ook wordt gebruikt terwijl de accu(’s) niet worden bij-
geladen dient de accucapaciteit aan de hand van het bij de ‘Techni-
sche gegevens’ vermelde stroomverbruik te worden berekend.
Het spanningsverlies tussen accu en EHP-motor mag niet meer dan
10% van de voedingsspanning bedragen.
Raadpleeg de hieronder afgebeelde draadkeuzetabel voor de mini-
male draaddoorsnede’s en de maximale kabellengtes.
Type EHP
Totale lengte
Draad-
plus- en minkabel
doorsnede
EHPA R2, 12 V
0 - 11 m
1.5 mm
2
11 - 18 m
2.5 mm
2
EHPA R2, 24 V
0 - 23 m
1.0 mm
2
EHPB R2, 12 V
0 - 14 m
2.5 mm
2
14 - 22 m
4 mm
2
EHPB R2, 24 V
0 - 19 m
1.0 mm
2
EHPC R2, 12 V
0 - 11 m
2.5 mm
2
11 - 18 m
4 mm
2
EHPC R2, 24 V
0 - 23 m
1.5 mm
2
Installeer in de + kabel van de hoofdstroomkring een hoofdschake-
laar en een zekering met een waarde volgens de technische gege-
vens. Installeer in de stuurstroomkring een zekering van 2 A.
Aansluiten
EHP aansluiten op een keuzeschakelaar
Raadpleeg de verschillende ‘Elektrische schema’s’ op pagina
voor het aansluiten van de EHP op een keuzeschakelaar.
EHP aansluiten op autopiloot
Raadpleeg de verschillende ‘Elektrische schema’s’ op pagina
voor het aansluiten van de EHP op een autopiloot.
Eindschakelaars
Installeer eindschakelaars naast de roeraanslagen indien de EHP
wordt bediend door een keuzeschakelaar.
Eventueel kan op deze eindschakelaars ook een controlelamp wor-
den aangesloten.
Bij een stuurautomaat wordt de EHP veelal uitgeschakeld indien een
bepaalde roeruitslag, gemeten door de roerstandgever van de stuur-
automaat, wordt bereikt. Indien in de stuurautomaat deze voorzie-
ning ontbreekt dienen óók eindschakelaars te worden geïnstalleerd.
Voor het aansluiten en de opstelling van de eindschakelaars, zie blz.
.