4
090143.01
vetus®
Battery charger BC120517
090143.01
5
vetus®
Battery charger BC120517
schap op de accu laat vallen. Dit kan een vonk of kortsluiting
van de accu of andere elektrische onderdelen veroorzaken en
een explosie tot gevolg hebben.
Wanneer u met een loodzwavelzuuraccu werkt, dient u me-
talen voorwerpen als ringen, armbanden, halskettingen en
horloges af te doen. Deze kunnen een kortsluitstroom ver-
oorzaken die sterk genoeg is om bijvoorbeeld een ring e.d.
te laten smelten en ernstige brandwonden te veroorzaken.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen,
met inbegrip van kinderen, met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij zij door een voor hun veiligheid verantwoor-
delijke persoon zijn onderricht in of worden begeleid bij het
gebruik van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen niet met dit apparaat spelen.
3 Opladen voorbereiden
Zorg dat de ruimte rondom de lader tijdens het opladen
goed geventileerd is.
Maak de accupolen schoon. Zorg dat eventueel aanwezige
corrosie niet in uw ogen komt.
Controleer de behuizing van de accu. Gebruik de lader niet
als de accu beschadigd is.
Als de accu niet onderhoudsarm is, vul dan elke cel (bij) met
gedestilleerd water totdat het accuzuur het door de fabrikant
aangegeven niveau bereikt. Doe ze niet te vol. Als de accu
niet is voorzien van celdoppen, dient u de oplaadaanwijzin-
gen van de fabrikant nauwgezet te volgen.
Als het nodig is om de accu van boord te halen om hem te
kunnen opladen, handel dan als volgt:
• Zet alle op de accu aangesloten apparaten uit.
• Haal eerst de accuklem van de minpool los, daarna de ac-
cuklem van de pluspool.
Lees alle specifieke voorzorgsmaatregelen van de fabrikant
van de accu zorgvuldig, zoals het al dan niet verwijderen van
de celdoppen tijdens het opladen en de aanbevolen laads-
terktes.
Kijk welk voltage de accu heeft en controleer of dat gelijk is
aan het uitgangsvoltage van de lader.
4 Plaatsen van de lader
Plaats de lader zo ver van de accu als met DC-kabels mogelijk
is.
Plaats de lader nooit recht boven de op te laden accu. De gas-
sen uit de accu zullen corrosie en schade veroorzaken aan de
lader.
Zorg dat er nooit accuzuur op de lader druppelt tijdens het
vullen of het bekijken van de accu.
Gebruik de lader niet in een afgesloten ruimte en beperk
nooit de ventilatie.
Zet de accu niet op de lader.
5 Instellen en gebruiken
Zorg dat de ruimte voldoende geventileerd is.
Verbind en ontkoppel de DC-uitvoerklemmen alleen nadat u
de stekker uit het stopcontact hebt betrokken. Zorg dat de
klemmen elkaar nooit raken.
Zorg dat de accupolen schoon zijn. Reinig ze desgewenst
met een staalborstel. Verbind de zwarte draad met de min-
pool van de accu. Verbind vervolgens de rode draad met de
pluspool van de accu.
Stop de stekker van de lader in een stopcontact.
6 Een accu loskoppelen van de lader
Wanneer het groene lampje (100% charged) brandt, is de
accu volledig opgeladen. De accu is klaar voor gebruik. Trek
eerst de AC voeding stekker uit de wandcontactdoos. Verwij-
der de accuklemmen en houdt ze uit de buurt van andere
accu’s en accuklemmen.
- Wanneer de accuklemmen niet zijn aangesloten of tij-
dens het opladen per ongeluk losraken, schakelt de lader
zichzelf uit. Het rode lampje boven het waarschuwings-
symbool begint te knipperen. Sluit de op te laden accu
gewoon opnieuw aan.
- Ontkoppel de accu niet tijdens het opladen. Wacht tot de
accu volledig is opgeladen.
NEDERLANDS