3
3 Waar te plaatsen
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
Woning met 1 verdieping en
1 slaapkamer
Woning met 2 verdiepingen
Woning met 1 verdieping en
meerdere slaapkamers
Rookmelders moeten ten minste worden geplaatst tussen slaapruimten en potentiële brandhaarden zoals
woonkamers en keukens. In gelijkvloerse woningen met één slaapgedeelte moet een rookmelder in de gang worden
geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de woonruimte. Om ervoor te zorgen dat rookmelders in slaapkamers hoorbaar
zijn, mogen ze niet verder dan 3 meter van een slaapkamerdeur verwijderd zijn. Het kan nodig zijn om meer dan één
rookmelder te installeren, als de gang meer dan 15 meter lang is. In woningen met één verdieping en twee aparte
slaapgedeelten zijn minimaal twee rookmelders vereist, één buiten elk slaapgedeelte. In woningen met meerdere
verdiepingen of splitlevelwoningen moet ten minste een rookmelder worden geïnstalleerd op de begane grond
tussen de trap en eventuele kamers waar brand zou kunnen ontstaan en op elke verdieping in circulatieruimten die
deel uitmaken van de vluchtroute (gewoonlijk gangen en overloop).
Er moeten extra alarmen worden geïnstalleerd in slaapkamers om te anticiperen op branden die hier ontstaan,
veroorzaakt door defecte bedrading, lampen, apparaten, rokers of andere gevaren.
Voor de beste bescherming moeten rookmelders worden geïnstalleerd in elke kamer van uw huis, behalve in de
kamers die worden genoemd in hoofdstuk
4 Te vermijden locaties
. Warmtealarmen moeten worden gebruikt in
keukens, stookruimten, wasruimten, kamers, garages en dergelijke, waar rookmelders ongeschikt zouden zijn.
Installeer rookmelders in circulatiezones op een afstand van niet meer dan 7,5 m van de verste muur, niet meer
dan 7,5 m van een deur naar een ruimte waar brand zou kunnen ontstaan en niet meer dan 7,5 m van de volgende
rookmelder.
Aangezien het onmogelijk is de brandhaard te voorspellen, is de beste plaats voor een rookmelder gewoonlijk
het midden van een kamer of een gang. Indien het nodig is een rookmelder tegen een muur te plaatsen, moet het
detecteerelement van de melder altijd 150 tot 300 mm onder het plafond worden geplaatst en de onderkant van de
melder moet boven de bovenkant van deuren en andere openingen.
In ruimten met eenvoudige schuine plafonds, pieken of puntgevels, installeert u rookmelders aan het plafond op 900
mm van het hoogste punt van het plafond. “Dode lucht” op de top van een plafond kan voorkomen dat de rook het
alarm op tijd bereikt om een vroegtijdige waarschuwing te geven.
Lees hoofdstuk
4 Te vermijden locaties
en hoofdstuk
11 Beperkingen van sommige melders
in deze handleiding.
WAARSCHUWING: Onderzoek wijst uit dat een aanzienlijke verlenging van de waarschuwingstijd kan worden
verkregen met elk correct geïnstalleerd aanvullend alarm. Het wordt ten zeerste aanbevolen het advies in 3.3
hierboven op te volgen om een maximale bescherming te garanderen.
De alarmen zijn in de eerste plaats bedoeld voor particuliere woningen met één
bewoner. Voor gebruik in andere toepassingen dient het advies van de fabrikant te
worden ingewonnen.
Rookmelder voor aanvullende bescherming
Minimaal aanbevolen rookmelders
Hittemelders