50
Eén of alle kookvelden zijn uitgeschakeld:
•
Het beveiligingssysteem is geactiveerd.
•
Het beveiligingssysteem wordt ingeschakeld wanneer u vergeet om een kookveld na een
lange periode uit te schakelen.
•
Eén of meerdere tasttoetsen zijn afgedekt.
•
De pan is leeg en de bodem is oververhit.
•
De kookplaat is tevens uitgerust met een automatische reductie van het vermogenniveau
en automatische uitschakeling in geval van oververhitting.
Continue ventilatie na uitschakelen van kookplaat:
•
Dit is geen storing, de ventilator blijft draaien om de elektronica van het apparaat te
beschermen.
•
De ventilator stopt automatisch.
Het bedieningspaneel geeft [ L ] weer:
•
Raadpleeg het hoofdstuk over het bedieningspaneel vergrendelen.
Het bedieningspaneel geeft [ Er03 ] weer:
•
Een voorwerp of vloeistof bedekt de bedieningstoetsen. Het symbool verdwijnt zodra de
toets wordt losgelaten of gereinigd.
Het bedieningspaneel geeft [ E2 ] of [ EH ] weer:
•
De kookplaat is oververhit, laat het afkoelen en schakel het vervolgens opnieuw in.
Het bedieningspaneel geeft [ E3 ] weer:
•
De pan is niet geschikt, gebruik een andere pan.
Het bedieningspaneel geeft [ E5 ] weer:
•
Defecte netvoeding. Controleer de spanning van de netvoeding.
Het bedieningspaneel geeft [ E6 ] weer:
•
Defect netwerk. Controleer de frequentie van het elektrisch netwerk.
Het bedieningspaneel geeft [ E8 ] weer:
•
De luchtinlaat van de ventilator is verstopt, verwijder de verstopping.
Het bedieningspaneel geeft [ U400 ] weer:
•
De kookplaat is niet goed op het netwerk aangesloten. Controleer de aansluiting en sluit
de kookplaat opnieuw aan.
Als een van bovenstaande symbolen niet verdwijnen, neem contact op met uw
klantenservice.
Downloaded from www.vandenborre.be