36
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant voor aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en de VALO
De VALO is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle zijn. De gebruiker van de VALO kan elektromagnetische
interferentie helpen voorkomen door een minimumafstand aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de VALO, zoals hieronder
aanbevolen, afhankelijk van het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Nominaal maximaal uitgangsvermo-
gen van zender
(P in Watt)
Scheidingsafstand volgens de frequentie van zender
(meter)
150 kHz – 80 MHz
80 MHz – 800 MHz
800 MHz – 2,5 GHz
0,01
0,12 meters
0,035 meters
0,07 meters
0,1
0,37 meters
0,11 meters
0,22 meters
1
1,7 meters
0,35 meters
0.7 meters
10
3,7 meters
1,11 meters
2,22 meters
100
11,7 meters
3,5 meters
7,0 meters
De VALO is getest volgens IEC 60601-1-2: 2014 en is langsgegaan onder een uitgestraalde veldsterkte van 10 V/m tussen 80 MHz tot 2,5 GHz. De waarde van 3Vrms komt overeen
met V1 en de waarde 10 V/m komt overeen met E1 in de bovenstaande formules.
Voor zenders met een maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet vermeld wordt, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meters (m) worden geschat met behulp van de
toepasselijke formule voor de frequentie van de zender, waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is, volgens de specificaties van de fabrikant van de
zender.
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische overdracht wordt beïnvloed door absorptie en weerkaatsing van structuren,
objecten en personen.