7.3
Periodiek onderhoud
Het periodiek onderhoud moet worden uitgevoerd:
• bij aanvang van het strooiseizoen;
• als de machine voor langere tijd buiten gebruik wordt
gesteld;
• tijdens een strooiseizoen als de machine zeer intensief
wordt gebruikt.
- Smeer de koppelingsas door.
- Vet de profielbuizen van de koppelingsas in.
- Smeer de drukstiften van de gaffelvergrendeling van de
koppelingsas in met vet.
- Controleer of de koppelingsas gemakkelijk in- en uit-
schuifbaar is.
Een beschadigde koppelingsas kan overmatige slijtage aan
de machine en trekker veroorzaken.
- Smeer de scharnierpunten van de doseerinrichting.
- Controleer de machine op beschadigingen en gebreken.
- Controleer de staat van de werpschijven en schoepen.
Let bij de montage van schoepen op de stand (zie fig. 18).
De bouten vastzetten met een aanhaalmoment van
maximaal 15 Nm (1,5 kgm).
- Controleer of alle bouten en moeren goed vastzitten. Zet
loszittende bouten/moeren vast met een aanhaalmoment als
vermeld in onderstaande tabel.
M6
M8
M10
M12
M14
M16
M20
M24
Nm
kgm
10
1.0
25
2.5
50
5.0
85
8.5
135
13.5
215
21.5
410
41.0
710
71.0
- Controleer de werking en afstelling van de doseerinrich-
ting.
• Open en sluit de doseerinrichting met de mechanische of
hydraulische bediening. Dit moet over de gehele schaal-
verdeling soepel verlopen.
• Sluit de doseerinrichting. De doseerpoorten moeten nu
geheel gesloten zijn.
- Plaats de aanslagpen met het ronde uiteinde in gat 3B
(fig. 22). Open de doseerinrichting. De rand van de klep
moet gelijk staan met de punten in de doseerpoorten
(fig. 23).
25
22
23