36
De vloeropening „LE“ voor de toevoerlucht-aanvoer, „LA“ voor
de toevoerlucht-afvoer en „KO“ voor de condenswater-afvoer
markeren.
Het sjabloon wegnemen en de afgetekende vloeropeningen
uitzagen.
Vóór het boren altijd letten op erachter liggende resp.
blind gelegde kabels, gasleidingen, chassisdelen en
dergelijke!
Vervolgens de snijvlakken bij de openingen in de voertuigvloer
verzegelen met tectyl.
De 4 zij-montagehoeken (2) elk met 3 schroeven vastschroeven.
Aansluitstomp (3) voor de condenswater-afvoer (KO) van
bovenaf plaatsen.
Airconditioning in de tussenruimte plaatsen (tussen de
4 montagehoeken).
Let er bij de montage van het toestel absoluut op
dat de aansluitstomp (3) van de condenswater-af-
voer zich in de uitsparing op de toestelbodem bevindt.
Anders bestaat het risico, dat water in het interieur
komt! Om een correcte luchtcirculatie te waarborgen,
moeten de openingen in de toestelbodem en vloer
precies over elkaar liggen. Wordt hier niet op gelet, dan
is een correct functioneren van het toestel niet
gewaarborgd!
4
1
3
LE
LA
6
8
5
7
KO
2
2
2
2
De beide spanbanden door de 2 zij-montagehoeken (2) aan-
brengen en deze banden zo strak mogelijk over het aircosys-
teem leggen en met klittenband vastzetten.
De airconditioner moet
aan alle kanten
met de bijge-
voegde hoekijzers worden bevestigd, om abusievelijk
wegglijden bij krachtige bewegingen (b.v. sterk remmen) te
vermijden.
De aansluitstomp (3) voor de condenswater-afvoer van onderaf
rondom helemaal afdichten met carosserie-afdichtingsmateriaal.
De beide bodemroosters (4) voor „LE“ en „LA“ van onderaf
aan de voertuigbodem bevestigen met geschikte schroeven of
klemmen (niet bij de levering inbegrepen).
Verdeling van de koude lucht en
circulatieterugvoer
Verdeling van de koude lucht
Op alle drie uitstromers voor koude lucht van het toestel
(5, 6 + 7) moet telkens een koude-luchtbuis KR 65 Ø 65 mm (8)
met minimaal één uitlaat worden aangesloten.
De koude-luchtbuizen (8) in de uitstromers voor koude lucht
op het toestel schuiven en naar de luchtuitlaatmondstukken
leggen. Als speciaal toebehoren biedt Truma voor verminde-
ring van het geluid een geluiddemper voor montage in het
koude-luchtsysteem aan (art.-nr. 40040-60100).
Het meest geschikt als uitstromers voor de gekoelde lucht in de
binnenkant van het voertuig zijn de rechthoekige ventilatoren
RL (art.-nr. 40280-01) met aansluitstuk ANH (art.-nr. 40290-02).
De verdeling van de koude lucht wordt voor ieder voer-
tuigtype individueel volgens het modulaire principe ont-
worpen. Daarvoor staat een omvangrijk toebehorenprogramma
ter beschikking.
Om het best mogelijke koelvermogen te verkrijgen, adviseren
wij:
l
de koude-luchtbuizen zo kort en recht mogelijk naar de luch-
tuitlaatmondstukken te leggen
l
in totaal maximaal 15 m koude-luchtbuis voor verdeling van
de koude lucht te gebruiken
l
de langste koudeluchtbuis (max. 8 m) moet met de gemar-
keerde koudeluchtuitstromer (q) worden verbonden, aangezien
deze de hoogste luchtdoorstroming heeft
q
l
ter voorkoming van condenswater de koudeluchtbuizen niet
in de buurt van instromende buitenlucht (of achter de
koelkast) te leggen.
Terugvoer van circulatielucht
De circulatielucht wordt van het toestel weer aangezogen – of
door een extra luchtrooster, (1 – speciale toebehoren art.-nr.
40040-29200) b.v. in de stuwkastwand of via meerdere kleinere
openingen met een totale oppervlakte van ten minste 300 cm².
Belangrijke opmerking:
Voor een foutloze luchtuitwisseling
moet de ventilatie van de voertuigbinnenruimte naar de inbou-
wruimte in rechtstreekse nabijheid van het toestel worden aan-
gebracht. Eventueel moeten afdekkingen worden aangebracht,
zodat de terugvoer van de circulatielucht niet door opgeborgen
voorwerpen kan worden belemmerd.
Is inbouw in directe nabijheid niet mogelijk, dan biedt
Truma als speciaal toebehoren een flexibele binnen-
luchtaanzuiging (art.-nr. 40090-59100) aan.
Содержание Saphir vario
Страница 52: ...52 Notizen Notes Nota ...
Страница 53: ...53 Notizen Notes Nota ...