34
Bij een buislengte van minder dan 2 m mag de uitstromer niet
hoger dan de warmeluchtbuisaansluiting gemonteerd wor-
den. Daarbij moet bij een buislengte van minder dan 50 cm
de buis tussen het verbindingsstuk en de uitstromer een sifon
vormen.
L ≤ 50 cm
L ≤ 50 cm
Door deze maatregelen wordt in de zomerstand een onge-
wenste verwarming van het voertuig door confectie (schoor-
steenwerking) vermeden.
De buizen voor de warmeluchtverdeling moeten vast in
de aansluiting worden gestoken. Ter verbetering van de
grip is op elke aansluitstomp een klem aangebracht.
– Combi 6 (E):
Bij de Combi 6 (E) moeten ter voorkoming van een
warmtestuwing alle 4 warme-luchtaansluitstompen
aangesloten zijn. De doorsnede van de warme-luchtbuizen
mag niet verkleind worden door samenbrengen of iets
dergelijks van de buizen. Wordt in een warme-luchtleiding
van de Combi 6 (E) een afsluitbaar eindstuk EN (b.v. in de
badkamer) gemonteerd, dan moet een tweede niet-afsluit-
baar mondstuk in deze warme-luchtleiding gemonteerd
worden.
– Combi 4 (E):
Bij de Combi 4 (E) kunnen alle 4 of slechts 3 uitlaatopenin-
gen voor warme lucht bezet worden (voor een optimale
verdeling van de warme lucht adviseert Truma altijd 4 uit-
laatopeningen te bezetten!). Als er maar 3 uitlaatopeningen
nodig zijn, moet een van de onderste uitlaatopeningen met
een VD afsluitdeksel (art.-nr. 34310-01) worden afgesloten.
Het afsluitdeksel moet in het vormdeel van de verwarming
worden vastgedrukt tot het hoorbaar vastklikt. Controleren
of het vast zit.
Bij gebruik van 4 uitlaatopeningen voor warme lucht
mag in
één
warmeluchtleiding een afsluitbaar EN-
eindstuk worden ingebouwd. Bij maar 3 uitlaatopeningen
voor warme lucht moet erop gelet worden, dat bij gebruik
van een afsluitbaar eindstuk (b.v. badkamer) een tweede
niet- afsluitbaar mondstuk in de warme-luchtleiding gemon-
teerd wordt.
Het warme-luchtsysteem is voor elk voertuigtype afzonder-
lijk volgens een modulair principe ontworpen. Er zijn dan
ook heel wat accessoires beschikbaar. Tekeningen met op-
timale inbouwvoorstellen voor warmeluchtinstallaties in alle
gangbare caravan- en campertypes kunnen via het Truma
servicecentrum gratis worden aangevraagd.
Gasaansluiting
De werkdruk van de gasvoorziening 30 mbar moet
overeenstemmen met de werkdruk van het toestel
(zie typeplaat).
De buis zo aanleggen dat het toestel voor servicewerkzaamhe-
den gemakkelijk kan worden gedemonteerd.
19
20
De gastoevoerbuis Ø 8 mm moet met een snijringschroef-
verbinding (19 – in de levering inbegrepen) op de gasaanslui-
ting (20) worden aangesloten. Bij het vastdraaien zorgvuldig
tegenhouden met een tweede sleutel!
De gasaansluiting (20) van het toestel mag niet ingekort of
verbogen worden.
Zorg ervoor dat bij het aansluiten op de boiler de gasleidingen
vrij zijn van vuil, splinters en dergelijke!
Het aantal koppelingen in gasleidingen die gelegd zijn in door
personen gebruikte ruimtes moet tot het technisch onvermij-
delijke minimum worden beperkt.
De gasinstallatie moet voldoen aan de technische en admini-
stratieve voorschriften van het land van gebruik (in Europa b.v.
EN 1949).
Nationale voorschriften en regelingen (in Duitsland b.v. het
DVGW-werkblad G 607 voor voertuigen) moeten in acht geno-
men worden.
Wateraansluiting
U kunt voor de boiler alle druk- en dompelpompen van max.
2,8 bar gebruiken, evenals alle mengkranen met of zonder
elektrische schakelaar.
Bij gebruik van dompelpompen moet een terugslagklep
(21 – niet in de levering inbegrepen) tussen pomp en de
eerste aftakking worden gemonteerd. Bij inbouw van de
terugslagklep op de stroomrichting letten.
21
26
24
23
29
28
25
27
Bij het gebruik van drukpompen met grote schakelhysterese
kan warm water via de koudwaterkraan terugstromen. Als
anti-terugstroommechanisme adviseren wij tussen het aftap-
punt naar de koudwaterkraan en de FrostControl een terug-
slagklep (22 – niet in de levering inbegrepen) te monteren. Bij
inbouw van de terugslagklep op de stroomrichting letten.
29
28
26
25
24
22
23
27
Voor de aansluiting op boiler en FrostControl moeten drink-
waterechte, drukvaste en warmwaterbestendige slangen
tot +80 °C met een binnendoorsnede van 10 mm worden
gebruikt.
Voor een vast pijpleidingstelsel (b.v. John Guest System) biedt
Truma als toebehoren de haakse aansluitingen (27 + 28), de
FrostControl (24) en een terugslagklep (21 + 22) met binnen-
aansluiting Ø 12 mm aan. Wij adviseren in dit geval uitsluitend
buizen, steunhulzen en veiligheidsringen van John Guest toe
te passen.