Tractel 183019, Оригинальное руководство по эксплуатации и установке

Страница: 57 / 64

Montage- en Bedieningshandleiding
G941.6 -
10/2017
NL-9
8.2 Bedrijf
GEVAAR!
Risico op letsel door omlaag stortende voorwerpen!
De last of het lastopnamemiddel kan blijven haken en vallen!
–
Lasten tegen neerstorten beveiligen.
– Lasten tegen verdraaien beveiligen.
– Voorkom absoluut dat de last heen en weer gaat zwaai-
en.
– Last, lastopnamemiddel en aanslagpunt permanent
observeren.
– Indien nodig met een uitkijkpost werken.
– Niet onder zwevende lasten verblijven.
– Indien nodig de gevarenzone afschermen.
Risico op een val! Risico op letsel door vallende voor-
werpen!
Overbelasting kan vernieling van de loopkat of van het hijs-
werktuig tot gevolg hebben! Ook toevallig aanstoten of botsin-
gen van de hangende last met andere objecten leiden tot
overbelastingen (bijv. een botsing tegen de eindaanslag op de
draagbalk).
–
Let bij het beladen van het lastopnamemiddel op de
maximaal toelaatbare last.
– Let op hindernissen in het traject.
– De loopkat niet regelmatig en met hoge snelheid tegen
de aanslagen aan het einde van de drager laten aanlo-
pen.
– Het trekken van een op de vloer rustende last met behulp
van de loopkat is verboden!
– Controleer voor verschuiven of verrijden van de loopkat
of de last van de vloer losgekomen is.
– Schuin trekken is verboden!
Loopkat met vastzetrem (bij personen-
transport)
– Spindel van de vastzetrem losdraaien.
– Loopkat naar de nieuwe positie verschuiven of met haspel-
aandrijving verrijden.
– Spindel van de vastzetrem op de nieuwe positie aandraaien.
– Hijsproces uitvoeren.
9 Te voorzien misbruik
Aanspraken op garantie of schadevergoeding bij persoonlijke en
materiële schades zijn uitgesloten wanneer deze tot een of
meerdere van de volgende oorzaken kunnen worden herleid:

Oneigenlijk, niet toegelaten gebruik van het product, de
toebehoren of tot het product behorende draagmiddelen.

Montage op schuin aflopende draagbalken of draagbalken
met tandstang.

Inzet in explosiegevaarlijke omgevingen of corrosieve om-
geving.
 Aanslaan van de last met een niet passende of incorrecte
haak.

Personentransport bij niet aangelegde vastzetrem.
 Gebruik met vervuilde rollen of haspelaandrijving.

Niet nageleefde onderhoudsintervallen.
 Reiniging met een hogedrukreiniger.

Onvakkundige montage, inbedrijfstelling, bediening, onder-
houd en reparatie.
 Gebrekkige bewaking van de delen van het apparaat en de
toebehoren die aan slijtage onderhevig zijn.

Onvakkundig en onbevoegd uitgevoerde reparaties.
 Vastlassen van de loopkat aan de draagbalk of het vastlas-
sen van delen aan de loopkat.

Gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
 Modificaties van de veiligheidsinrichtingen.

Achterwege gelaten metingen en controles voor de preven-
tie van schade.
 Overbelasten van het product.

Gebruik van de loopkat om een last ergens uit te trekken,
los te trekken of in zijdelingse richting te trekken. Schuin
trekken is verboden!
 Bewust veroorzaken van slingerbewegingen van de last.

Gebruik van de loopkat als aarde bij laswerkzaamheden.
 Het aanslaan van last aan de loopkat aan andere punten
dan het daarvoor bedoelde ophangoog.

Het aanslaan van lasten aan de handketting van loopkatten
met haspelaandrijving.
 De flensbreedte maat T (zie Tabel 1 op pagina II) mag niet
worden onderschreden.

Rampen door inwerking van vreemde voorwerpen en over-
macht.
 Voor schades die het gevolg zijn van ombouw en modifica-
tie van producten en van het gebruik van niet originele on-
derdelen waarvoor de producent geen schriftelijke toe-
stemming verleend heeft, stelt de producent zich niet aan-
sprakelijk.

Foutieve of beschadigde producten, accessoires en aans-
lagmiddelen mogen niet worden gebruikt.
10 Demontage
– Lastopnamemiddelen neerzetten en evt. afnemen.
Zie Afb. 5.
–
Handkruk (4) met de pennen (5) op de lastbout (2) positio-
neren en schroefhuls (6) aandraaien (linksdraaiende
schroefdraad).
– Schroefdraadpennen (9) losdraaien (zie Afb. 3 en Afb. 4).
– Loopkat met handkruk (4) openen.