NL
93
op de kookplaat wordt geplaatst,
wordt opnieuw energie geleverd
op hetzelfde vooraf geselecteerde
stroomniveau.
De tijdsduur voor de detectie van
pannen is 3 minuten. Als er tijdens
deze tijdsduur geen pan wordt
geplaatst, of als de pan niet geschikt
is, schakelt de kookplaat uit.
Aan het einde schakelt u de
kookplaat uit met de knop. Zo niet
kan een ongewenste bewerking
worden uitgevoerd als er een pan
per ongeluk op de kookplaat wordt
geplaatst tijdens deze drie minuten.
Vermijd potentiële ongevallen!
Vergrendelen functie
Met de “Block” functie kunt u de
andere sensoren blokkeren,
behalve de aan/uit sensor (1)
om ongewenste bewerkingen te
vermijden. Deze functie is nuttig als
een kinderbeveiliging.
De functie inschakelen.
Om deze functie in te schakelen, raakt
u de aanraaksensor
(6) gedurende
minimum één seconde aan. Het
pictogram (6) wordt opgelicht met
een hogere intensiteit wat aangeeft dat
het bedieningspaneel geblokkeerd is.
Om de functie uit te schakelen, raakt
u eenvoudig opnieuw de sensor (6)
aan. Het pictogram (6) zal zwakker
oplichten.
De functie uitschakelen.
Als de aan/uit sensor (1) wordt
gebruikt om het apparaat uit te
schakelen als de “Block” functie
ingeschakeld is, is het niet mogelijk
de brander opnieuw in te schakelen
tot ze ontgrendeld is. Als de brander
uitgeschakeld is en de “Block” functie is
ingeschakeld, blijven het vergrendelen
pictogram (6) branden gedurende 1
minuut. Daarna schakelen ze uit. Als u
de brander probeert in te schakelen in
deze toestand licht het vergrendelen
pictogram (6) opnieuw op en de
brander blijft vergrendeld.
Het geluidsignaal
uitschakelen
Als men onmiddellijk na het
inschakelen van de brander gelijktijdig
op de “Timer”
(8) en de “Stop&Go”
(7) sensoren drukt gedurende drie
seconden wordt het geluidsignaal
uitgeschakeld dat gepaard gaat met
elke actie. De stroomindicatoren (4)
geven “OF” weer.
Deze uitschakeling geldt niet voor alle
functies, bijvoorbeeld de pieptoon voor
aan/uit, als de tijdsduur van de timer
verstreken is of het vergrendelen/
ontgrendelen van de aanraaktoetsen
blijft ingeschakeld.
Om de geluidsignalen opnieuw in
te schakelen voor elke actie drukt
u opnieuw gelijktijdig op de “Timer”
sensor
(8) en op de “Stop&Go”
sensor
(7) gedurende drie
seconden. De stroomindicatoren (4)
geven “On” weer.
Stop&Go functie
Deze functie schakelt de kookplaat op
pauze. De timer wordt ook gepauzeerd
als hij ingeschakeld is.
De functie inschakelen.
Raak de “Stop&Go” sensor
(7)
aan. Het pictogram
(7) licht op
en de stroomindicatoren geven het
symbool weer om aan te geven
dat het kookproces gepauzeerd is.
De functie uitschakelen.
Raak de “Stop&Go” sensor
(7)
opnieuw aan. Het pictogram
(7)
licht zwakker op en de bereiding wordt
hervat met hetzelfde stroomniveau en
timer-instellingen die voor de pauze
werden ingesteld.
Power functie
Deze functie levert “extra” vermogen
aan de plaat boven de nominale
waarde. Dit vermogen hangt af
van de grootte van de plaat met de
mogelijkheid de maximum toegelaten
waarde van de generator te behalen.
1 Draai de knop (2) naar rechts
tot het stroomniveau 9 en wacht
een seconde. Draai de knop
opnieuw naar rechts tot een P
verschijnt in de overeenstemmende
stroomindicator (4)
2 De stroomniveau indicator (4)
geeft het symbool P weer en de
plaat begint het extra vermogen te
leveren.
De “Power” functie heeft een maximum
duur gepreciseerd in Tabel 1. Als deze
tijdsduur verstreken is, wordt het
stroomniveau automatisch aangepast
op 9. Er weerklinkt een geluidssignaal.
Wanneer de Stroomfunctie in een
kookplaat wordt ingeschakeld, is
het mogelijk dat de prestatie van de
andere platen wordt beïnvloed en
dat hun vermogen verlaagt. In dat
geval wordt dit aangegeven met de
indicator (4).
Uitschakeling van de “Power” functie,
voor het einde van de operationele
duur, draai de knop (2) en kies het
andere stroomniveau.
Timer functie (aftelklok)
Met deze functie is het gemakkelijker
eten te bereiden omdat u niet
voortdurend aanwezig moet blijven.
U kunt een timer instellen voor een
plaat en de plaat schakelt uit zodra
de tijdsduur verstreken is.
Voor deze modellen kunt u gelijktijdig
elke plaat programmeren voor een
tijdsduur van 1 tot 90 minuten.
Timing een plaat.
Zodra het stroomniveau ingesteld is
op de gewenste zone en terwijl het
decimale punt van de zone knippert,
kunt u een timer instellen voor de
zone. Het pictogram
(8) licht op
met een hogere intensiteit. Hiervoor:
1 Raak de sensor
(8) aan. De timer
indicator (5) van de geselecteerde
plaat knippert “00”. De lichtring van
de knop wijzigt in een blauwe kleur.