17
Bedieningsdeel
1) Drukschakelaar
2) „ON-OFF“-schakelaar
3) Drukregelaar
4) persluchtuitlaat
5) Manometer voor uitlaatdruk
6) Manometer voor drukvat
Het artikel in gebruik nemen:
Controles voor het inschakelen
1) Verzeker u ervan dat er zich geen onbevoegde personen in de buurt van de machine ophouden.
2) Controleer of de veiligheidsinrichtingen correct geïnstalleerd zijn en functioneren.
3) Controleer of de machine correct opgesteld werd.
4) Verzeker u ervan dat de „ON-OFF“-schakelaar of keuzeschakelaar op „OFF (0)“ staat
5) Verzeker u ervan dat het condensaataftapventiel gesloten is.
6) Draag de voorgeschreven persoonlijke beschermingsuitrusting (PPE).
7) Controleer of de bediener de bedieningshandleiding volledig doorgelezen en begrepen heeft.
Inschakelen van de machine
Laat de compressor tijdens het bedrijf en bij onderhoud niet zonder toezicht.
1. Sluit de compressor op het stroomnet aan door de netstekker in een geschikt stopcontact te steken.
2. Schakel de compressor in door de „ON-OFF“-schakelaar in de stand „ON (I)“ te zetten (de compressor werkt tot de
bedrijfsdruk van 5 bar bereikt is en schakelt vervolgens automatisch uit).
3. Stem de uitlaatdruk met behulp van de drukregelaar af op de toepassing en het werktuig. Controleer de druk aan de
hand van de manometer.
OPGELET:
Draai de drukregelaar aan de luchtuitlaat niet tot over de eindaanslag!
Om de regelknop in te stellen, moet deze eerst iets omhoog worden getrokken zodat hij uit de veiligheidspositie wordt
geklikt. Na de instelling moet de regelknop opnieuw worden vergrendeld.
4. Sluit de luchtslang op de persluchtuitlaat aan.
5. Sluit het werktuig op de luchtslang aan.
6. Het apparaat is nu gebruiksklaar (het apparaat start automatisch opnieuw, wanneer de bedrijfsdruk tot onder 4 bar
daalt.).
7. Schakel na afronding van de werkzaamheden de compressor uit.
8. Aanbeveling voor instelling van de werkdruk en het luchtvolume
De werkdruk die op de compressor is ingesteld, bedraagt 5 bar. Bij deze druk levert de compressor een luchtvolume
van ongeveer 200 l/min. Dit is het bereik waarin het max. lucht- en drukvermogen wordt gegenereerd. Bij elke veran-
dering op de drukregelaar zal het luchtvolume of de druk afnemen. De meest geschikte instellingen voor uw toepassing
zijn altijd afhankelijk van het verwerkte materiaal en het gebruikte persluchtgereedschap. Voer spuittests uit.
6
5
4
3
2
1
Vertaling van de originele handleiding