4.6
Veilige staat
4.6.1
Grasmaaier
De grasmaaier verkeert in een veilige toestand,
als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
–
De grasmaaier is onbeschadigd.
–
Er komt geen benzine uit de grasmaaier.
–
De brandstoftankdop is afgesloten.
–
Er komt geen motorolie uit de grasmaaier.
–
De motoroliedop is afgesloten.
–
De grasmaaier is schoon.
–
De bedieningsorganen werken en zijn niet
gewijzigd.
–
Als er wordt gemaaid en het gemaaide gras in
de grasopvangbox moet worden opgevangen:
de grasopvangbox is correct ingehaakt.
–
Als er wordt gemaaid en het gemaaide gras
aan de achterkant moet worden uitgeworpen:
de grasopvangbox is losgehaakt en de uit‐
werpklep is gesloten.
–
Het mes is correct gemonteerd.
–
Er is een origineel STIHL accessoire voor
deze grasmaaier gemonteerd.
–
De accessoires zijn correct gemonteerd.
–
Veerbelaste mechanismen zijn onbeschadigde
en werken.
–
Bij het loslaten van de schakelbeugel voor
maaiwerk slaat de motor af.
WAARSCHUWING
■ In een niet-veilige toestand kunnen onderde‐
len niet meer naar behoren functioneren, kun‐
nen veiligheidsvoorzieningen buiten werking
worden gezet en kan er brandstof ontsnappen.
Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel
oplopen.
► Werk met een onbeschadigde grasmaaier.
► Als er benzine uit de grasmaaier komt: werk
niet met de grasmaaier en neem contact op
met een STIHL vakhandelaar.
► Sluit de brandstoftankdop.
► Als er motorolie uit de grasmaaier komt:
werk niet met de grasmaaier en neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
► Sluit de motoroliedop.
► Als de grasmaaier vuil is: reinig de gras‐
maaier.
► Manipuleer de grasmaaier en de veilig‐
heidssystemen ervan niet.
► Voer geen manipulaties op de grasmaaier
uit waardoor het vermogen of het toerental
van de motor verandert.
► Als de bedieningsorganen niet werken: niet
met de grasmaaier werken.
► Veerbelaste mechanismen kunnen opge‐
slagen energie afgeven.
► Als er wordt gemaaid en het gemaaide gras
in de grasopvangbox moet worden opge‐
vangen: haak de grasopvangbox vast zoals
in deze gebruiksaanwijzing beschreven
staat.
► Monteer originele STIHL accessoires voor
deze grasmaaier.
► Monteer het mes zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing beschreven staat.
► Monteer accessoires zoals in deze
gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwij‐
zing van het accessoire beschreven staat.
► Steek geen voorwerpen in de openingen
van de grasmaaier.
► Vervang versleten of beschadigde waar‐
schuwingsstickers.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
4.6.2
Mes
Het mes is veilig, als aan de volgende voorwaar‐
den is voldaan:
–
Het mes en de aanbouwdelen zijn onbescha‐
digd.
–
Het mes is niet vervormd.
–
Het mes is correct gemonteerd.
–
Het mes is correct geslepen.
–
Het mes heeft geen bramen.
–
Het mes is correct gebalanceerd.
–
De minimumdikte en de minimumbreedte van
het mes zijn niet onderschreden, 19.2.
–
De slijphoek is aangehouden, 19.2.
WAARSCHUWING
■ Als het mes niet in een veilige toestand ver‐
keert, kunnen delen van het mes losraken en
weggeslingerd worden. Personen kunnen ern‐
stig letsel oplopen.
► Werk met een onbeschadigd mes en onbe‐
schadigde aanbouwdelen.
► Monteer het mes op de juiste manier.
► Slijp het mes op de juiste manier.
► Als de minimumdikte of de minimumbreedte
is onderschreden: vervang het mes.
► Laat messen door een STIHL vakhandelaar
uitbalanceren.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
4.7
Brandstof en tanken
WAARSCHUWING
■ De brandstof die voor deze grasmaaier wordt
gebruikt, is benzine. Benzine is zeer ontvlam‐
baar. Als benzine in contact komt met open
vuur of hete voorwerpen, kan de benzine
4 Veiligheidsinstructies
Nederlands
0478-111-9952-B
257