INSTALLATIe
Montage
98
| HSBC 300 cool | HSBC 300 L cool www.stiebel-eltron.com
10. Montage
10.1 Het toestel plaatsen
f
f
Neem bij plaatsing de minimumafstanden in acht (zie hoofd-
stuk "Voorbereidingen / Montageplaats").
f
f
Oneffenheden kunnen door middel van de verstelbare poten
worden weggewerkt.
10.2 Aansluiting verwarmingswater en
veiligheidsventiel
10.2.1 Veiligheidsaanwijzingen
!
Materiële schade
De verwarmingsinstallatie waarop het toestel wordt
aangesloten, moet door een installateur worden geïn-
stalleerd in overeenstemming met de waterinstallatie-
schema's in de planningsdocumenten.
!
Materiële schade
Wanneer bijkomende afsluitkleppen ingebouwd worden,
dient u een bijkomend veiligheidsventiel toegankelijk aan
te brengen op de warmtegenerator of in de onmiddellijke
nabijheid ervan in de aanvoerleiding.
Tussen de warmtegenerator en het veiligheidsventiel mag
geen afsluitklep gemonteerd zijn.
Zuurstofdiffusie
!
Materiële schade
Vermijd open verwarmingsinstallaties en vloerverwar-
mingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststofleidin-
gen.
Bij vloerverwarmingen met niet-zuurstofdiffusiedichte kunststof-
leidingen of open verwarmingsinstallaties kan door zuurstofdiffu-
sie corrosie optreden aan de stalen delen van de verwarmingsin-
stallatie (bijv. aan de warmtewisselaar van de warmwaterboiler,
aan buffervaten, stalen verwarmingselementen of stalen buizen).
!
Materiële schade
De corrosieproducten (bijv. roestslib) kunnen neerslaan
in de componenten van de verwarmingsinstallatie en
door vernauwing van de doorsnede de capaciteit van de
installatie beïnvloeden of storingen veroorzaken die lei-
den tot het uitvallen van de installatie.
Voedingsleidingen
f
f
Afhankelijk van de uitvoering van de verwarmingsinstallatie
(drukverliezen) kan de maximaal toegelaten leidinglengte
tussen het toestel en de warmtepomp variëren. Als richt-
waarde moet worden uitgegaan van een maximale lei-
dinglengte van 10 m en een leidingdiameter van 22-28 mm.
f
f
Isoleer de aanvoer- en retourleiding conform de regionale
voorschriften.
f
f
Sluit de hydraulische aansluitingen met een vlakke afdichting
aan.
Drukslangen tegen geluidsoverdracht:
Het toestel en de warmtepomp worden via buizen met verwar-
mingswater hydraulisch met elkaar verbonden. Om de overdracht
van waterzijdige mechanische trillingen te verminderen, moet het
toestel met drukslangen worden aangesloten op de warmtepomp
voor zover deze niet al in de warmtepomp zijn gemonteerd.
Drukverschil:
Wanneer het beschikbare externe drukverschil wordt overschre-
den, kunnen drukverliezen in de verwarmingsinstallatie tot een
verlaagd verwarmingsvermogen leiden.
f
f
Let er bij het aanleggen van de buizen op dat het beschikbare
externe drukverschil niet wordt overschreden (zie hoofdstuk
"Technische gegevens / Gegevenstabel").
f
f
Let bij de berekening van de drukverliezen op de aanvoer- en
retourleidingen en het drukverlies van de warmtepomp. De
drukverliezen moeten door het beschikbare drukverschil ge-
dekt worden.
10.2.2 Monteer eventueel toebehoren van de pompmodule
Voor uitbreiding met een gemengd verwarmingscircuit kunt u de
als toebehoren verkrijgbare pompmodule HSBC 3-HKM monteren.
Leveringsomvang HSBC 3-HKM
D
00000
80
35
7
8
2
4
6
7
1
3
9
5
1 Buisisolatie
2 Aansluitbuizen (*)
3 Temperatuursensor
4 Circulatiepomp verwarmingscircuit (*)
5 3-weg mengklep (*)
6 Isolatiemat voor 3-weg mengklep
7 Vlakke afdichtingen
8 Servomotor voor 3-weg mengklep (*)
9 Isolatiemat voor 3-weg mengklep en circulatiepomp van het
verwarmingscircuit
(*) Buisgroep