iNSTallaTiE
Montage
36
| CWM P | CWM U www.stiebel-eltron.com
10.6 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle elektrische aansluitingen en montagewerk-
zaamheden uit overeenkomstig de nationale en regionale
voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
-
Bij een vaste aansluiting moet het toestel met een
afstand van ten minste 3 mm op alle polen van het
stroomnet kunnen worden losgekoppeld.
-
Installatie op een vaste elektrische aansluitkabel is
niet toegestaan.
Info
- Houd rekening met de specificaties op het typepla-
tje. De aangegeven spanning moet overeenkomen
met de netspanning.
- Let erop dat op locatie de diameter van de toevoer-
leiding voldoende is.
Info
In een niet huishoudelijke omgeving en bij zeer hoge
belasting van het toestel, zoals bij continubedrijf, wordt
aanbevolen om het toestel als vaste aansluiting met een
contactdoos voor het toestel te installeren.
De vaste aansluiting op een contactdoos mag alleen door een
bevoegde elektricien uitgevoerd worden.
WAARSCHUWING elektrische schok
-
Neem bij het aansluiten op een contactdoos een ge-
schikte trekontlasting in acht.
-
Zorg ervoor dat het toestel is aangesloten op de
aardleiding.
-
Verzegel de ingekorte kabeleinden weer vakkundig
met adereindhulzen.
10.6.1 Typeserie CWM P
Het toestel wordt stekkerklaar geleverd. De volgende elektrische
aansluitingen zijn mogelijk:
CWM 500-3000 P
Aansluiting op een vrij toegankelijk, geaard stop-
contact met overeenkomstige stekker
X
Vaste aansluiting op een contactdoos met aarding
X
- Let er bij het aansluiten op een stopcontact op dat het stop-
contact na de installatie van het toestel vrij toegankelijk is.
- Wanneer u het toestel vast aansluit, kort dan de stroomkabel
op een wijze in dat deze direct naar de toestelaansluitdoos
leidt. Zorg er bij het inkorten van de stroomkabel voor dat
het toestel nog probleemloos van de montagewand kan wor-
den afgenomen.
10.6.2 Typeserie CWM U
Het toestel wordt geleverd met een netaansluitkabel zonder stek-
ker.
f
Sluit bij vaste aansluiting de 4-aderige kabel zoals aangege-
ven aan op een contactdoos:
1
2
3
4
1
2
3
4
D
00000
68
12
3
1 Nulleider = blauw
2 Fase = bruin
3 Aardleiding = groen/geel
4 Stuurkabel = zwart
U hebt de volgende 3 mogelijkheden om het toestel aan te
sluiten:
- Aansluiting toestel zonder stuurdraad
Niet-gestuurd toestel. De stuurdraad is niet aangesloten. Isoleer
in dat geval de stuurdraad.
- Temperatuurverlaging via de stuurdraad
Om de ingestelde temperatuur te verlagen, wordt de zwarte
stuurdraad via een extern elektronisch contact (bijv. timer) ge-
regeld.
- Aansluiting van de stuurdraad op een extern
besturingstoestel
U kunt het toestel op elk besturingstoestel aansluiten dat de vol-
gende signaalvormen als stuursignaal uitzendt.
Opdracht
Oscilloscoop
Werkwijze
Verwarmingstem-
peratuur
Geen stroom
Comfortwer-
king
Afhankelijk van de
ingestelde comforttem-
peratuur
Volledige golf
230 V
Verlaagde wer-
king
Afhankelijk van de
ingestelde verlaagde
temperatuur
Negatieve halve
golf -115 V
Vorstbescher-
ming
Vorstbeschermingstem-
peratuur
Positieve halve
golf +115 V
Stop
Geen
Volledige golf
230 V gedurende
3 seconden
Comfortwer-
king -1 °C
1 °C minder dan de
ingestelde comforttem-
peratuur
Volledige golf
230 V gedurende
7 seconden
Comfortwer-
king -2 °C
2 °C minder dan de
ingestelde comforttem-
peratuur