19
Microfoonsterkte aanpassen
U kunt schakelen tussen twee volumeniveaus
("LOW" of "HI") om een geschikt niveau voor de
andere persoon tijdens een gesprek in te stellen.
1
Druk op
(5)
tijdens een gesprek.
Het item wordt als volgt gewijzigd:
MIC-LOW
y
MIC-HI
Opmerking
De microfoon van dit apparaat bevindt zich aan de
achterkant van het voorpaneel (pagina 9). Dek de
microfoon niet af met tape, enzovoort.
Bellen
Als u belt vanaf dit apparaat, wordt alleen
opnieuw bellen gebruikt.
1
Druk herhaaldelijk op
(SOURCE)
tot
"BT PHONE" wordt weergegeven.
2
Houd (handsfree) ten minste
3 seconden ingedrukt.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Een gesprek beëindigen
Druk nogmaals op (handsfree) of op
(OFF)
.
Als u een andere telefoon wilt bellen, gebruikt u
uw mobiele telefoon en schakelt u het gesprek
vervolgens door.
Controleer het volgende voor
overdrachtsgegevens van het gesprek.
Gespreksoverdracht
Als u het juiste apparaat (dit apparaat/mobiele
telefoon) wilt inschakelen/uitschakelen,
controleert u het volgende.
1
Houd (handsfree) ingedrukt of
gebruik de mobiele telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
mobiele telefoon voor meer informatie over de
werking van de mobiele telefoon.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon, kan de handsfree
verbinding worden verbroken wanneer u probeert een
gesprek door te schakelen.
Spraakkeuze activeren
U kunt spraakkeuze activeren op een mobiele
telefoon die op dit apparaat is aangesloten door
het spraaklabel uit te spreken dat op de mobiele
telefoon is opgeslagen, waarna er wordt gebeld.
1
Druk herhaaldelijk op
(SOURCE)
tot
"BT PHONE" wordt weergegeven.
2
Druk op (handsfree).
De spraakkeuzestand op de mobiele telefoon
wordt geactiveerd.
3
Spreek het spraaklabel uit dat op de
mobiele telefoon is opgeslagen.
Uw stem wordt herkend en er wordt gebeld.
Opmerkingen
•
Controleer vooraf of er verbinding is gemaakt tussen
dit apparaat en de mobiele telefoon.
•
Sla van tevoren een spraaklabel op uw mobiele
telefoon op.
•
Als u spraakkeuze activeert op een mobiele telefoon
die op dit apparaat is aangesloten, werkt deze
functie mogelijk niet in bepaalde gevallen.
•
Lawaai, zoals een lopende motor, kunnen de
geluidsherkenning verstoren. Om de herkenning te
verbeteren, moet u de functie gebruiken bij
omstandigheden met zo min mogelijk lawaai.
•
Spraakkeuze werkt mogelijk niet in bepaalde
situaties, afhankelijk van de effectiviteit van de
herkenningsfunctie van de mobiele telefoon.
Raadpleeg de ondersteuningssite voor meer
informatie (pagina 30).
Tips
•
Spreek op dezelfde manier als toen u het
spraaklabel hebt opgeslagen.
•
Sla een spraaklabel op terwijl u in de auto zit, via dit
apparaat met "BT PHONE" geselecteerd als bron.